Over smaak valt best te twisten

Bijna driehonderd jaar nadat voor het eerste een school in Nijnsel verrees, wordt binnenkort basisschool Sint Antonius van Padua geopend. Maar er gebeurt meer in Nijnsel.

Laten we eens kennismaken met onze fusiepartner, dacht een aantal Schijndelse PvdA-leden in 2016. Ze togen naar Sint-Oedenrode, woonden daar een raadsvergadering bij en stelden boos vast dat tot de bouw van een Nijnselse school werd besloten. 

‘Geen cent’

‘Rooi heeft zelf geen cent te makken’, mokte de partij op haar website. De PvdA verweet de Rooise raad dat er een greep werd gedaan in de kas van Meierijstad, nog voor die gemeente was opgericht.

En dan wordt het nog een lelijke school ook, hoorde Hart onlangs in Nijnsel. Of de architect het verschil tussen een school en een moskee wel wist, vroeg een Nijnselaar zich hardop af. ‘Hij wordt prachtig’, stelde de Meierijstadse afdeling van het CDA daarentegen vast op Facebook.

Stallen

Hart hoeft weinig moeite te doen om nog wat andere thema’s te vinden waarover de meningen in Nijnsel verdeeld zijn. Moet De Beckart bijvoorbeeld haar commerciële horecafunctie houden of moet het louter een dorpshuis zijn? Roept u maar.

En is het zinvol om klagers over geluidsoverlast te bestempelen tot racisten? Jazeker, als er bewijslast bij dat verwijt wordt geleverd. Of in ieder geval informatie die het aannemelijk maakt dat de kritiek hout snijdt. En nee, als het blijft bij die wel heel erg stevige klacht.

Genoeg over De Beckart. Er is nog een ander heikel thema: de industriële veeteelt rond het dorp – Hart kent pleitbezorgers en verbeten tegenstanders en die wonen allebei in of vlakbij Nijnsel. Feit is dat het buitengebied bij Nijnsel zo ongeveer het Nederlandse epicentrum is van de stallen-veeteelt. 

Maar Nijnsel is ondertussen ook een dorp met een sterke gemeenschapszin, zoals trouwens zo veel kleine Brabantse dorpen. Dorpen waar mensen op elkaar zijn aangewezen en waar ze weten dat het verenigingsleven voor leefbaarheid zorgt en dus bestuurders, vrijwilligers en leden nodig heeft.

Voorwaarts

Ondanks varkens- en kippenstallen, wel-of-geen-restaurant en een al dan niet lelijke school: Nijnselaren komen er onderling altijd uit.

Wat Nijnsel anders maakt dan de andere kleine kernen van Meierijstad: het is na Veghel, Schijndel en Erp het vierde werkgelegenheidsdorp – met dank aan het bedrijventerrein dat begin jaar zeventig werd ontwikkeld.

Die ontwikkeling paste in de sprong voorwaarts die Nijnsel in de tweede helft van de vorige eeuw maakte. Er kwam behalve het bedrijventerrein een nieuwe woonwijk en het doorgaande verkeer werd met de aanleg van de A50 uit het dorp geweerd.

Voorspoed

Met al die best actuele voorspoed zou je bijna vergeten dat Nijnsel een lange historie heeft. Wist u bijvoorbeeld dat de schoolnaam Sint Antonius teruggaat tot in de vijftiende eeuw? Dat er toen al een kapel gewijd was aan die heilige. En dat die kapel dicht ging toen ‘die van boven de rivieren’ de baas werden over Brabant en het katholicisme in de ban deden? 

[tekst gaat verder onder de foto]

Kan het Brabantser dan dit?

En dan moeten we het nog even hebben over het kasteel. Het kasteel Ten Houte. Het is volgens Wikipedia gebouwd in de vijftiende eeuw, maar de site ‘Kastelen in Nederland’ beweert dat het in 1337 is gesticht. Waar de twee bronnen het dan weer wel over eens zijn: in de negentiende eeuw werd het kasteel met de grond gelijk gemaakt.

Hart gaat deze zomer graag eens op zoek naar de restanten van de kasteelgrachten van weleer. Met een beetje zoeken zijn ze nog vindbaar, zo hoorden we. We moeten in het bosgebied zoeken tussen de Houtsestraat, Diependaal, Hoogstraat en Sloef. 

Als we die restanten vinden, gaan we vast dagdromen over een herbouw van Ten Houte. Waarna we over het ontwerp daarvan gaan twisten.