Hart bedacht het in mei 2020 als een tijdelijke oplossing voor de anderhalve-meter-samenleving, maar de extra terrassen in de grote dorpscentra lijken een blijvertje.
Eilandterrassen noemt de gemeente ze: horecaterrassen in het openbare gebied, los van de gevel van cafés en restaurants. Horecabazen en omwonenden mochten er eergisteren en gisteren hun mening over geven.
Het gaat om de marktpleinen van Veghel, Sint-Oedenrode en Schijndel, het Meijerijplein in Veghel en het Kerkplein in Sint-Oedenrode. Weerstand is er amper, zo bleek tijdens drie bijeenkomsten.
Gemekker
In Veghel hadden er zelfs maar drie mensen zich aangemeld. Hart schoof aan in Schijndel en zag daar een zaaltje met zo’n vijftien knikkende dames en heren.
[tekst gaat verder onder de foto]
Amper een wanklank bij de bijeenkomst over de terrassen in Schijndel.
Behalve dan één bewoner van een nabij de Markt gelegen appartementencomplex. Of die terrassen niet op De Steeg konden. ‘Want dat is ons evenemententerrein.’ Waarmee de man zelf het tegenargument gaf: een horecaterras is geen evenement.
Dat is ook de reden dat alleen horecazaken die direct aan de gekozen terreinen liggen er gebruik mogen maken. Een verder gelegen zaak zou immers een tap mee moeten nemen en dat mag slechts bij evenementen.
‘Wat een gemekker’, aldus de pleitbezorger van De Steeg als terras.
Weekmarkten
Over evenementen gesproken: die hebben meer rechten dan de terraseigenaren. Jansen & Jansen en Le Verre moeten hun parasols, tafels en stoelen dus weghalen als Schijndel aan Zee zich aandient. Hetzelfde geldt voor weekmarkten – ook die gaan voor.
Voor wat betreft andere locaties dan de genoemde: het College lijkt vooralsnog te kiezen voor plekken die formeel aangemerkt zijn als ‘verblijfsgebieden’.
Hart is blij met de grote mate van instemming. En sowieso met het initiatief van het College. Toch mooi dat, wat ooit begon als een suggestie van Hart om horecaondernemers tijdens Corona te helpen, waarschijnlijk leidt tot blijvend meer reuring in de dorpsharten.