‘Hart voor Schijndel’ pleit voor de oprichting van een bescheiden taalschooltje of taalklas voor anderstalige kinderen. Ervaringen in andere plaatsen leert dat het goed is kinderen uit andere landen eerst geconcentreerd taalonderwijs te geven en dan pas welkom te heten in het gewone basisonderwijs. Wat daarvoor nodig is: personeelsbudgetten verschuiven van overheadfuncties, zoals directeuren, naar onderwijsgevenden. En dat kan.
In onderwijskringen wordt nogal eens geroepen hoe goed het is om kinderen uit anderen landen van meet af aan in gewone klassen te plaatsen. Ze zouden zich dan optrekken aan autochtone kinderen. De praktijk is anders. Kinderen die eerst een week of tien in een speciale instroomklas zitten, doen het daarna aanmerkelijk beter op een reguliere basisschool.
Instroomklas
In zo’n instroomklas is niet alleen méér aandacht voor taalonderwijs, maar ook betere aandacht: de docenten daar zijn gespecialiseerd in het lesgeven aan kinderen die geen Nederlands spreken. Daar komt bij dat ze ook meer weten van de specifieke omstandigheden van die buitenlandse kinderen. Kinderen uit andere landen zijn vaker dan gemiddeld impulsief, agressief, stil, ongeconcentreerd of angstig. Dat geldt niet alleen voor kinderen uit oorlogslanden, maar ook voor kinderen uit andere EU-landen. En die zijn er nogal wat in Schijndel.
Het college van B. en W. heeft oog voor de situatie. Dat blijkt uit antwoorden die het college geeft op vragen die Laurens van Voorst van ‘Hart voor Schijndel’ stelde. Dat deed hij toen hij nog net lid was van de fractie van de PvdA. Volgens het college staat ‘de talige ontwikkeling van kinderen in Schijndel onder druk’. Daarbij gaat het trouwens ook over autochtone kinderen. Onlangs is in Schijndel een aantal taalcoördinatoren opgeleid.
Minder directeuren
Laurens is blij met het antwoord en de extra aandacht die Skopos volgens de brief gaat geven aan taalonderwijs. Met zo’n schooltje of klas kunnen volgens ‘Hart’ echter extra en grote stappen worden gezet. Hij benaderde daarom niet alleen B. en W., maar ook schoolbestuur Skopos. Laurens: ‘Een gemeentelijk potje blijkt helaas te eenmalig om het structureel in te zetten, maar wat wel kan: bezuinigen op directieposten en het geld dat zo vrij komt inzetten voor groepsleerkrachten. Tot op heden heeft de bescheiden daling van leerlingen geleid tot een bovengemiddelde bezuiniging op onderwijzers en géén bezuiniging op directeuren,’ zo ontdekte Laurens na het lezen van het laatst gepubliceerde jaarverslag van Skopos. In 2013 nam het leerlingenaantal met 5 procent af, de banen voor leerkrachten met 9 procent en die van directeuren met 0 procent.
De oprichting van de gemeente Meierijstad biedt volgens ‘Hart voor Schijndel’ mogelijkheden om de instroomklas op de schaal van die gemeente in te voeren. Zo kan het een instroomschooltje worden. Haast is geboden, vindt Laurens. ‘Nu is ruim 4 procent van de basisscholieren ‘anderstalig’. We kunnen op onze vingers natellen dat de toestroom van vluchtelingen in Nederland ook in Meierijstad leidt tot meer buitenlandse kinderen op scholen. Hoe verschillend de meningen over de stroom nieuwkomers ook is: de vluchtelingen moeten goed worden opgevangen en goed integreren. Die integratie komt het beste tot stand door in ieder geval de kinderen eerst een paar maanden apart en geconcentreerd aandacht te geven.’