‘Hart voor Schijndel’ presenteerde zich gisteravond in het Eerdse dorpshuis De Brink als de burgerparticipatie-partij van Meierijstad. Tijdens een debat over de kleine kernen vertelde lijsttrekker Laurens van Voorst hoe het in de praktijk kan gaan.
Waar anderen wat prevelden over ‘samen doen’, ‘kaders stellen’ en ‘het moet natuurlijk geen verplichting worden’ poneerde Laurens hoe het zou kunnen gaan. ‘De gemeente maakt per dorp of wijk een begroting. Daarin staat wat er wordt uitgegeven aan welzijn, huishoudelijke hulp, groenvoorzieningen, het buurthuis en zo verder. De wijk bepaalt op basis van die begroting of ze taken willen overnemen. Met behoud van budget. Dat ze die tien mille voor de groenvoorzieningen ontvangen, die taak voor acht mille uitvoeren en het resterende bedrag in de eigen wijk of het eigen dorp investeren. Dat ze er een speelvoorziening van maken. Of mevrouw Jansen extra huishoudelijke hulp bezorgen.’
Regie loslaten
De gemeente laat in die aanpak de regie los en neemt de rol van adviseur aan. Ook bewaakt de gemeente of het dorp of de wijk het algemene belang blijven dienen. En wijken en dorpen die geen zin hebben om wat voor taak of verantwoordelijkheid ook over te nemen, die doen dat niet.
Laurens vertelde dat juist de start van de grote gemeente een ideale gelegenheid is om het openbaar bestuur naar de dorpen en de wijken te brengen. ‘Er wordt veel geklaagd over de kloof tussen burgers en overheid’, aldus Laurens. ‘Maar, beste dorpsbewoner, als u dat wilt – dan bent u de baas’.