Of er geen gebiedsverbod kan komen voor jongeren die overlast veroorzaken, vroeg de voorzitter van een bewonersvereniging in Schijndel onlangs aan de gemeenteraad. ‘Hart voor Schijndel’ leeft mee met de bewoners die ’s nachts geen oog dichtdoen en twijfelt tegelijkertijd aan ogenschijnlijk stevige maatregelen.
Los van de vraag of een gebiedsverbod gemakkelijk is in te voeren, is het de vraag of het wat oplost. De kans bestaat dat de jongeren zich verplaatsen naar een andere locatie. Dat is geen probleem oplossen, maar een probleem verplaatsen. Tegelijkertijd moet er natuurlijk wel wat gebeuren. Als bewoners serieus overwegen om te verhuizen vanwege verstoorde nachtrust of angst, dan mag de gemeente daar niet aan voorbij gaan.
Maatregelen
Dat gebeurt ook niet. Waarnemend burgemeester Marcel Fränzel (Openbare orde) liet afgelopen week weten dat er een pakket van maatregelen wordt genomen, die zijn of worden afgestemd met de bewonersvereniging. Geen idee wat die maatregelen zijn, maar Hart hoopt dat het verder gaat dan ‘de knoet erover’.
Het voorkomen en verminderen van overlast is op de lange termijn pas succesvol als overlast niet wordt getolereerd en tegelijkertijd het begrip voor de specifieke wensen van jongeren groot is. Of volwassenen dat nou leuk vinden of niet: er zijn groepen jongeren die in het openbare gebied samen willen komen en die zonder potten kijkende ouders ‘hun ding’ willen doen – wat dat ding dan ook is.
Hangplekken
Om die reden moeten er naar onze mening hangplekken zijn en moeten er jongerenwerkers zijn die uitgaan van de belevingswereld van jongeren. We beseffen dat we hierdoor mogelijk worden uitgemaakt voor zachte heelmeesters, die stinkende wonden veroorzaken. De werkelijkheid is anders, zo blijkt uit allerlei onderzoeken en rapportages. Zo is het Nederlandse systeem van wijkagenten, met een belangrijke focus op sociale zaken, er één van de oorzaken van dat een grote terroristische aanslag ons land tot op heden bespaard is gebleven. Andere oorzaken zijn de investering in wijkgericht welzijnswerk en het voorkomen van ernstige verloedering van buurten. Daardoor is de voedingsbodem voor onvrede relatief zwak en wordt radicalisering ook nog eens snel opgemerkt.
Het neemt niet weg dat het soms misgaat. Dat is in Schijndel nu het geval. Dit is het moment waarop burgemeester en politie moeten optreden. Niet in plaats van jongeren- en welzijnswerk, maar samen met die professionals. Ons jongerenwerk heeft bewezen haar werk goed te doen. De jongerenwerkers hebben oog voor wat er leeft onder jongeren en wisten overlast al vaak in de kiem te smoren. Waarbij het jongerenwerk trouwens ook oog heeft voor jongeren waar niemand ooit last van zal krijgen, maar die net zo goed aandacht nodig hebben. Omdat ze bijvoorbeeld eenzaam zijn.
Effectief
Hoe dan ook, samen laten gezagsdragers en de ogenschijnlijk ‘softe sector’ de jongeren daar in Schijndel weten dat het zo niet langer kan en overleggen ze over wat er wel kan. En waar dat dan kan. Het is allemaal minder stoer dan gebiedsverboden en ‘zero tolerance’, maar wel zo effectief.