Zowel Lambèr Gevers (Hart voor Schijndel) als Marrik van Rozendaal (D66) moesten er nogal over doorzeuren, maar toen viel bij wethouder Coby van der Pas (Onderwijs, CDA) dan eindelijk het kwartje: ze is vergeten geld vrij te maken voor haar ambitieuze plannen met betrekking tot scholen in kleine kernen.
Die basisscholen zijn een verhaal apart. Net als Hart wil ook het College dat elke kern in de gemeente een school heeft. Voor de kleinste dorpen is dat nogal een uitdaging. In Boerdonk bijvoorbeeld, worden zo’n drie tot vijf kinderen per jaar geboren – een zelfstandige school wordt dan wel een hele dure aangelegenheid. En het geld van de gemeente, verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen, is nu eenmaal niet van elastiek.
Olland
Voor wie kennis wil maken met een fraaie oplossing: stap op de fiets en neem een kijkje in Olland. Daar vindt u de multifunctionele accommodatie (MFA) De Loop’r. Behalve de basisschool en de kinderopvang, zijn daar ook het buurthuis, verenigingen en zelfs enkele bedrijven (fysiotherapie, sporttherapie) gevestigd.
Zo’n MFA vergt eenmalig wel een extra investering; de bouw is nu eenmaal duurder dan van een school alleen. Het zijn kosten die zich tijdens het gebruik terugbetalen. Dat niet alleen: de gebruikers kunnen elkaar versterken door samen te werken. Zo wordt een MFA het kloppend hart van een klein dorp. Hartstikke mooi.
Investeringen
Maar hoe Hart ook zocht in de begroting 2018 van het College, we vonden slechts reserveringen voor scholen en niet voor MFA’s. Lambèr en Marrik moesten er stevig over doorzagen voordat de wethouder het probleem herkende en erkende. Wat nog niet betekent dat ze een oplossing paraat heeft. De wethouder bedacht, net als hierboven gesteld, dat een deel van de extra kosten later kunnen worden terugverdiend. Klopt als een bus, maar die inkomsten komen pas nadát de gemeente zo’n accommodatie heeft gebouwd. Voor die investeringen moet wel geld opzij worden gezet. En dat heeft het College niet gedaan.
Uiteindelijk bedacht de wethouder dat het allemaal wordt geregeld in het integraal huisvestingsplan van de gemeente. Daarin gaat het over alle 250 gemeentelijke gebouwen.
250!? Ja, 250.