Het lokale zelfbestuur zit in de genen van Nederlanders. Dat was de boodschap die bleef hangen na de bijeenkomst van ‘Hart voor Schijndel’ met historicus Geerten Waling. De spreker en auteur is niet erg enthousiast over het fusiespook dat door gemeenteland trekt.
Waling was uitgenodigd door het bestuur van ‘Hart’ om te vertellen over de historie en de toekomst van de lokale democratie. Aanleiding was ons enthousiasme over ‘De gemeente in de genen’, het boek dat Waling schreef met hoogleraar Wim Voermans. De presentatie volgde na de algemene ledenvergadering van ‘Hart’ en was ook voor niet-leden toegankelijk.
Boeiend relaas
We geven toe dat er van die kant niet enorm veel belangstelling was, maar de ongeveer 25 aanwezigen genoten van een boeiend relaas over hoe vooral in Nederland de gemeente de bron is van burgerschap. Al vanaf de vroege Middeleeuwen namen lokale gemeenschappen het lot zelf in handen. Samen vormden die ons land uit veen, moeras en water. Centraal bestuur en adel kregen er nooit echt vat op, het lokale zelfbestuur zit ons in de genen.
Tegenwoordig staat de lokale democratie onder druk, betogen Voermans en Waling. ‘We zien een doorgeslagen schaalvergroting, ongekende decentralisering, schurende verhoudingen tussen gemeenteraadsleden en bestuurders, die hun gemeente besturen als bedrijfsmanagers. Maar een gemeente is geen koekjesfabriek. De gemeente is eigendom van burgers.’
Zo denken wij er ook over.