‘Het is, serieus waar, ontroerend hoe goed het in het algemeen met onze inwoners gaat’, stelt Mirjam van Esch vast na het lezen van een monitor over geluk, geld, gezondheid en gezin.
Stukjes met goed nieuws worden op deze website hondsberoerd gelezen en dus beginnen we maar meteen met het beetje chagrijn dat er is: de zogeheten 4G monitor komt te laat. Afgelopen week vergaderden raads- en commissieleden over de prestaties van het college van de afgelopen maanden en die monitor hoort daar een onderdeel van te zijn.
Geluk meten
Dat vooral Hart er nieuwsgierig naar is, komt omdat deze partij in 2020 bedacht dat de gemeente het geluk van inwoners moet meten. Want ja, dat kan. Kwestie van allerlei openbare bronnen raadplegen en de cijfers verzamelen.
Hart-fractievoorzitter Mirjam had vorige week tijdens de commissievergadering graag lovende woorden gesproken over wat er in de monitor te lezen is, maar dat kon dus niet. Het stuk was er nog niet. Nu wel. En dus dan maar via deze weg.
Uit het overzicht blijkt dat het aantal mensen met een bijstandsuitkering in Meierijstad minder dan de helft is van wat landelijk normaal is (hier 2,3% en landelijk 4,8%). Verder daalde het aantal mensen met problematische schulden, blijkt de binding tussen mensen groot en is het percentage voortijdig schoolverlaters bijna nergens zo laag als in onze gemeente: 1,3%.
Gaat dan alles goed? Nee. Ondanks die sociale binding neemt de eenzaamheid onder 18 tot 64-jarigen toe. En hoe: maar liefst 43% van de inwoners in deze leeftijdscategorie voelt zich eenzaam. Ook erg: de bereidheid en het vermogen om mantelzorg te verlenen neemt af. Verder wordt er in Meierijstad, wederom in vergelijking met het landelijk gemiddelde, wel heel stevig gedronken.
Als een huis
Behalve de 4G-monitor presenteerde het college ook overzichten over de uitvoering van de Wmo, de jeugdhulp en de Participatiewet – zeg maar het aan werk helpen van mensen. Op al deze terreinen zijn kritische opmerkingen te maken, maar ook hier geldt dat Meierijstad het relatief gezien goed doet.
[tekst gaat verder onder de foto]
De wethouders sociaal domein. Links Rik Compagne (Wmo) en rechts Menno Roozendaal (Jeugdhulp en Participatiewet)
‘Het sociaal domein, zoals dat in het gemeentelijk jargon heet, staat in Meierijstad als een huis’, concludeert Mirjam. ‘Wethouders en ambtenaren doen hier niet zomaar wat, maar werken vanuit een visie en een sterke betrokkenheid met inwoners die de overheid nodig hebben.’
Het leidde onder meer tot succesvol preventiebeleid. ‘Dat begint zich nu terug te betalen. Mensen voelen zich in het algemeen beter en de gemeente bespaart er geld mee. Het mes snijdt aan twee kanten.’
Gemiddelden
Ze voegt eraan toe dat al dit positivisme slecht kan vallen bij Meierijstedelingen die wel schulden hebben, wel ongelukkig zijn, wel werkloos zijn en wel vaststellen dat de overheid hen (nog) niet goed helpt.
‘Dit gaat over gemiddelden. Voor alle mensen die zich persoonlijk niet in die gemiddelden herkent, geldt dat de gemeente nooit zelfgenoegzaam achterover mag leunen. Er is nog genoeg te doen. Het college weet dat en anders mag de raad de wethouders eraan herinneren.’
Wat dat laatste betreft mag die raad zich volgens Mirjam wel wat nadrukkelijker roeren. Afgelopen vrijdag beklaagde ze zich er in de podcast ‘Hart op de tong’ al over dat raadsleden het zo weinig over het sociaal domein hebben. ‘De fracties van de wethouders die over dit beleid gaan zouden mooie sier kunnen maken met wat ‘hun’ mannen doen. Ik hoor ze er zelden over. Toch bizar dat steeds oppositiepartij Hart complimenten moet uitdelen.’