Het stellen van ambitieuze doelen staat vast heel stoer, maar ze moeten wel realistisch zijn. Neem nou de rijtijden van ambulances.
Als er vitale functies van een patiënt acuut in gevaar zijn, moet een ambulance extra haast maken. Dat geldt ook als het nog onduidelijk is of levensgevaar dreigt. Landelijk is afgesproken dat bij die zogeheten A1-ritten de maximale rijtijd een kwartier zou moeten zijn. Zou moeten, want tegelijkertijd is vastgelegd dat dit een gemiddelde is. In maximaal 5,5% van de gevallen mag het langer duren.
‘Harder rijden!’
We hebben het over dit onderwerp, vanwege een schrijven van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord aan de gemeenteraad. Die organisatie had eerder dit jaar de begroting voor 2019 naar de gemeenteraden in haar werkgebied gestuurd. Of de volksvertegenwoordigers nog wat op te merken hadden, was de vraag. Meierijstad hield zich stil en had geen enkele zienswijze.
Maar dan Drimmelen. Daar liet de gemeenteraad weten dat de ambulances sneller ter plaatse moeten zijn. Ook andere gemeenten kwamen met vergelijkbare opmerkingen. Het is echter nogal gemakkelijk om vanaf de zijlijn ‘Harder rijden!’ te roepen. Want hoe moeten die rijtijden dan worden versneld?
9 minuten, 48 seconden
Feit is dat ‘Hart’ in een pakket tabellen tussen de 25 Nederlandse ambulance-regio’s er maar drie vond die binnen die 5,5 % blijven. Het brengt ons op de voorlopige conclusie dat dit streefpercentage iets te hoog gegrepen is. Overigens is de gemiddelde rijtijd in Brabant-Noord 9 minuten en 48 seconden en dat is slechts 7 seconden boven het landelijke gemiddelde (cijfers 2017).
Opvallend is dat Rotterdam-Rijnmond, zowel wat betreft de gemiddelden als het overschrijden van de streeftijden, slecht scoort. In stukken van de brandweer lazen we dat de rijtijden voor de brandblussers juist in stedelijke regio’s relatief kort zijn. Geen idee waarom dit voor ziekenauto’s het tegenovergesteld is.
Niet gesmeerd
Waar wij van ‘Hart’ ons trouwens meer zorgen over maken, is het personeelstekort. De RAV streeft naar uitbreiding, maar laat op vragen van gemeenteraden doorschemeren dat het ijdele hoop is. Het werven en opleiden van medewerkers loopt in heel het land niet echt gesmeerd. Daar komt nog eens bij: wie nu wordt aangenomen, kan niet direct op de ambulance. Tel daarbij op dat het aantal ritten sinds begin dit jaar flink stijgt en het resultaat laat zich raden: het wordt alsmaar lastiger snel ter plaatse te zijn.
Er is ook goed nieuws: bij een hartstilstand worden ook zogeheten burgerhulpverleners opgeroepen. Die zijn vaak binnen enkele minuten al bij het slachtoffer.
Voor de hevig geïnteresseerden hieronder de reacties van de verschillende gemeenteraden op de begroting van de RAV, inclusief de reactie op die reactie.