Een brief van het college aan Hart over het afschaffen van participatie over elektrische laadpalen overtuigt niet.
De gemeente heeft maar liefst 791 nieuwe locaties gevonden waar mogelijke nieuwe laadpalen voor elektrische auto’s komen. Inwoners kunnen daarover geen mening geven, want de participatie wordt afgeschaft. Hart stelde hierover vragen en kreeg afgelopen week antwoord.
Grote inzet
Dat antwoord komt ongeveer overeen met wat het college eerder al via een persbericht bekendmaakte: er zijn zoveel belemmerende factoren voor locaties, dat alternatieve plekken afvallen die door inwoners worden aangedragen. Zo moeten palen binnen 25 meter van een laagspanningskabel worden geplaatst.
‘Bewoners weten meestal niet waar deze kabels precies liggen’, schrijft het college aan Hart. Welke locaties inwoners ook bedenken, ze voldoen zelden aan deze en andere criteria. ‘De behandeling van de reacties vergde daarmee een onevenredig grote inzet van ambtenaren.’
Hart voelt mee met het college. Het afgelopen jaar kwamen er maar liefst 1.300 reacties. Steeds moesten ambtenaren bezien of de aangedragen alternatieve locaties uitvoerbaar zijn en vrijwel altijd was het antwoord nee. Het is efficiënter om dan maar af te zien van inspraak. Daar komt nog eens bij dat het college dankzij onderzoek weet waar behoefte is aan palen en waar niet.
Enorme behoefte
Allemaal waar. Maar Hart stelt dat die 1.300 reacties aantonen dat de behoefte om inbreng te geven enorm is. Als de gemeente burgerparticipatie serieus neemt, dan zijn vooral thema’s geschikt die leven bij inwoners. De inrichting van het openbaar gebied is zo’n thema.
Het klopt dat inwoners doorgaans de kennis missen om aangepast beleid voor te stellen. Hart wist bijvoorbeeld ook niet van die 25 meter. Maar dit geldt voor de hele democratie. Die draait om invloed en zeggenschap van burgers die leken zijn.
Wat ook bij democratie hoort: dat het nemen van besluiten meer tijd kost. Dat geldt niet alleen voor laadpalen, maar ook voor bouwplannen. Omgevingsdialogen vertragen het proces en dat is vervelend. Het alternatief is echter nog vervelender.
Verbinding
Het toestaan van inbreng zorgt er verder voor dat de overheid uitnodigend is en daarmee verbinding zoekt en vindt met haar inwoners. Dat kan leiden tot onbegrip (‘De gemeente zegt altijd nee’), maar juist ook tot begrip (‘Jeetje, wat kom er veel kijken bij de keuze voor een locatie’) van inwoners. En van de gemeente: ‘Goh, dat zo’n paal zo veel los maakt’.
Redenen genoeg om te bezien wat er wél kan. Voorstel van Hart: doe actief aan het managen van verwachtingen. Stuur elke inzender van een reactie op een voorgenomen laadpaallocatie de lijst van criteria. Vertel dat de ervaring leert dat zowat alle aangedragen alternatieven niet uitvoerbaar blijken.
Doe dan alsnog een snelle check. Ligt de nieuw bedachte locatie in het gebied waar behoefte aan zo’n laadpaal is vastgesteld? Nee? Dan hoeft de ambtenaar de rest van de reactie niet eens meer te lezen. Is geen laagspanningskabel binnen bereik? Idem. Is de vermeende hinder op de nieuwe locatie er naar verwachting niet minder dan op de oorspronkelijk gekozen plek? Enzovoort.
Mandersstraat
En verder helpt het om van participerende inwoners verantwoordelijke inwoners te maken. ‘Wilt u de paal honderd meter verderop? Ga praten met de mensen die daar wonen en vraag of zij dat een goed idee vinden.’
[tekst gaat verder onder de foto]
De uitzicht trof een gezin in Schijndel ooit onverwacht aan. De paal is verzet.
Hart bedacht het ooit bij een laadpaal aan de Mandersstraat in Schijndel. Het koste de gemeente geen inspanning, want inwoners van die straat gingen zelf met elkaar in gesprek en overlegden net zo lang tot ze er uit waren. Waarna de gemeente instemde met het alternatief.
De fractie van Hart overweegt een motie in te dienen. De partij is onzeker of daar een meerderheid voor te vinden is, maar zelfs dan is de poging niet voor niets geweest. Het levert immers een discussie op in de raad over de vraag wat burgerparticipatie de raad waard is.