Angst is een belangrijke oorzaak van het alsmaar stijgen van de kosten voor jeugdhulp. Of de verwijzers zich maar willen professionaliseren en hun ruggen willen rechten.
Dat leerden fractieleden van Hart gisteravond tijdens een masterclass in de Tweede Kamer in Den Haag. De bijeenkomst was eigenlijk exclusief voor CDA-ers, maar de Meierijstadse Hart-politici waren niettemin van harte welkom.
Gezeik
We hoorden lector, adviseur en Familiekamer-raadsheer Adri van Montfoort een boeiend betoog houden over waarom de jeugdhulp alsmaar duurder wordt. We vatten zijn uitleg samen met één woord: angst.
Ouders en verzorgers zijn in toenemende mate bang dat hun kroost iets tekortkomt en verwijzers naar professionele hulp durven steeds minder vaak nee te zeggen – je zult zien dat je 99 keer terecht een verwijzing weigert en dat je je die honderdste keer vergist. Daar komt gezeik van.
Dyslectisch
Het gevolg is dat vraag en aanbod van hulp blijven groeien en gemeenten alsmaar meer uitgeven. Wat ook nog eens leidt tot steeds meer diagnoses die zorg en hulp rechtvaardigen. Werd autisme in 1960 bij 2,5 van de 10.000 personen vastgesteld, in 2010 was dat bij 100 mensen per 10.000 Nederlanders het geval. Het stempel ADHD is tussen 2003 en 2013 verviervoudigd. En verder telt Nederland procentueel gezien de meeste dyslectische kinderen ter wereld.
Vooral het aanbod van zogeheten lichte hulp groeit stormachtig. Dat aanbod is mede bedoeld om ingrijpende en dure specialistische hulp te voorkomen. Maar terwijl die lichte hulp groeit, neemt de dure hulp niet af.
Groeien en groeien
Nog zo’n ontwikkeling is de transformatie van hulp aan jongeren die buitenshuis wonen naar hulp in huis – van intramuraal naar extramuraal heet dat. Hart dacht dat dit een nieuwe vondst van wethouders in Noordoost-Brabant was en we schreven er al vaker enthousiast over.
We fronsten onze wenkbrauwen licht toen we onlangs vernamen dat die transformatie moeizaam verloopt. Nogal wiedes, weten we sinds gisteravond: al vanaf begin jaren zeventig verkondigden achtereenvolgende kabinetten dat het van ‘residentiële’ hulp naar hulp aan en in huis moet. En sinds die tijd blijft het aantal jongeren in dat soort instellingen gelijk – er is geen groei, maar zeker ook geen afname. Maar die andere, goedkopere hulp blijft maar groeien en groeien.
Savannah
De reden van dat groeiende aanbod en die groeiende vraag volgens Van Montfoort: ‘Er mag niks misgaan’. Maar zelfs als we alle jongeren van Nederland omringen met psychologen, coaches, therapeuten, pedagogen en sociale vaardigheden-trainers – dan nog zullen er altijd dingen misgaan.
Tijdens de presentatie passeerden enkele gruwelijke incidenten de revue en de gevolgen daarvan. De moord op het meisje Savannah leidde tot nieuwe protocollen en bovenal een stormachtige groei van het aantal meldingen door mensen die menen dat er bij de buren wat mis is. En waar vroeger een wijkagent na zo’n melding poolshoogte nam, wordt nu onder leiding van Veilig Thuis een complex proces in gang gezet. Dat is doorgaans niet effectiever, wel langduriger en duurder.
Brand Roermond
Een ander incident is de vreselijke brand in Roermond, waarbij in 2003 een vader zijn zes kinderen de dood in dreef. Onderzoek wees uit dat er maar liefst 23 hulporganisaties contact met het gezin hadden en dus werd het idee van ‘één gezin, één plan, één regisseur’ bedacht.
Van Montfoort: ‘Het probleem was echter niet dat er 23 organisaties betrokken waren, het probleem was dat er de laatste acht maanden voor het drama geen van die organisaties een bezoek aan het gezin had gebracht. Zoals het probleem nu is dat die daardoor bedachte regisseur als casemanager de hele dag achter een beeldscherm zit.’
Oplossingen
Genoeg gemopperd. Op naar de oplossingen. Hart kan de suggesties hier niet allemaal kwijt – en trouwens, sommige ideeën gaan voor Meierijstad niet op. Feit is dat de wijkteams en centra jeugd en gezin professioneler moeten. ‘Die mensen moeten leren om de goede vragen te stellen’, gaf Van Montfoort als voorbeeld.
Een ander advies kwam gisteren van René Peters (Tweede Kamerlid, CDA) aan raadsleden: ‘Vraag eens aan de wethouder hoeveel gezinnen er meer dan twee ton aan hulp per jaar krijgen. En verdiep u eens in zo’n gezin. Wat gebeurt er van dat geld en waar leidt het toe? Ga op onderzoek.’
Handen jeuken
De handen van Hart jeuken. We regelden inmiddels dat er op de beeldvormende avond van 24 oktober a.s. aandacht wordt geschonken aan het onderwerp. Omdat we zo warm zijn ontvangen door het landelijke CDA, gaan we met de lokale fractie van die partij aan de slag om te bezien hoe we de jeugdhulp lokaal nog verder kunnen verbeteren – waarbij we beseffen dat we in Meierijstad weinig te klagen hebben vanwege een deskundige en betrokken wethouder jeugdhulp, Menno Roozendaal (PvdA).
Meer over jeugdhulp is te lezen in ons dossier ‘Onderwijs en jeugd’.