Mevrouw Van Dijk leefde met haar jonge kinderen in bittere armoede. Toen ze eindelijk bij de gemeente aanklopte, besloten ambtenaren zich niet te verschuilen achter de letter van de wet. Dit is het verhaal van ‘de omgekeerde toets’.
Gisteravond stond de beeldvormende avond voor een groot deel in het teken van ontwikkelingen in het sociaal domein. Hart zat om twee redenen op het puntje van haar raadszetels.
Jeugdhulp
In de eerste plaats was er een kort, maar boeiend gesprek over de problemen in de jeugdzorg en dat gebeurde op verzoek van onze fractie. Aan de hand van stellingen brainstormden raadsleden en andere aanwezigen over zaken als het dreigende faillissement van instellingen voor de jeugd.
Het leidde tot genuanceerde bespiegelingen vanuit de zaal. Uiteindelijk zal het de raadsfracties voeden met gedachten en inzichten die helpen bij het bepalen van kaders waarmee de wethouder aan de slag kan.
Omgekeerde toets
En dan was er nog de presentatie over de zogeheten omgekeerde toets. Het was Hart die een jaar geleden het initiatief nam om een proef op dit gebied voor te stellen. Het leidde tot een motie, ingediend door Hart, Lijst Blanco, D66 en SP. Die motie werd toen ingetrokken omdat wethouder Menno Roozendaal liet weten dat de gemeente al met deze werkwijze aan de slag gaat.
Het resultaat daarvan werd gisteravond gepresenteerd en stemt ons blij. Bij de omgekeerde toets beginnen ambtenaren bij hulpvragen nu eens niet bij de vraag wat de wet hierover zegt. In plaats van ‘Waar heeft u recht op?’ is de vraag ‘Wat heeft u nodig?’
Of, zoals een beleidsmedewerker het vertelde: ‘Welk doel wil meneer of mevrouw bereiken? Past dat doel binnen de bedoeling van de wet, vragen we ons vervolgens af. En is het ethisch aanvaardbaar de bedachte oplossing te bieden. Pas daarna komt de vraag of het ook feitelijk klopt met de regels’.
Praktijkvoorbeeld
Ze presenteerde twee praktijkvoorbeelden, waarvan we er eentje hier aan u doorgeven. Het verhaal van mevrouw Van Dijk, waarbij die naam natuurlijk gefingeerd is. Mevrouw Van Dijk heeft drie kinderen en had een deeltijdbaan bij een supermarkt.
Wat ze ermee verdiende was nog minder dan een bijstandsuitkering, maar ze was zich daar niet van bewust. Het gevolg: mevrouw Van Dijk probeerde het te rooien met veel te weinig geld en dat leidde tot een ronduit rampzalige situatie. Kinderen die op matrasjes op de grond sliepen, onveilige situaties in huis en forse schulden.
Schulden aflossen
Uiteindelijk was het de huurschuld die mevrouw Van Dijk via de woningcorporatie bij de gemeente bracht. ‘Mevrouw had recht op aanvullende bijstand, maar volgens de wet gaat die uitkering pas in op de dag van de aanvraag. Om haar echt uit de problemen te helpen, was het handiger haar bijstand met terugwerkende kracht te geven vanaf zes maanden eerder. Dat stelde haar in staat om schulden af te lossen.’ En dus gebeurde dat.
En ja, dat mag. Want de wet beschrijft in kleine lettertjes uitzonderingen voor de ´vanaf vandaag gaat de uitkering pas in´-regel – vanzelfsprekend doet de gemeente niks illegaals. Wat de gemeente wél doet in het kader van de omgekeerde toets: de gewenste oplossing bedenken en daarna bekijken of het mag. Dat leidt tot betere oplossingen dan beginnen met het napluizen van wetten en verordeningen.
Met mevrouw Van Dijk en haar kinderen gaat het inmiddels een stuk beter. Behalve dat ze door de bijstand schulden kon aflossen, bood de gemeente haar bijzondere bijstand aan om haar woning veiliger te maken voor de kinderen.