Inwoners van twee Rooise buurten en een buurtschap hebben een dijk van een plan opgeleverd over de door hen gewenste toekomst van hun woonomgeving. Maar de bewoners moeten zich vooral niet rijk rekenen. ‘Dit document heeft geen formele status.’
Hart volgt de totstandkoming van de omgevingsvisie van de buurten Kinderbos en Cathalijne en het naastgelegen buurtschap Rijsingen op de voet. De visie is bedacht en gemaakt door bewoners daar en het proces zit gedegen in elkaar. De participerende burgers verzamelden bergen gegevens, spraken met iedereen die ertoe doet en vooral met elkaar. Zo kwamen ze tot een reeks statements en verzoeken aan de gemeente.
Boze tongen
Het begon destijds allemaal met de plannen van een projectontwikkelaar om stukken grond te kopen. Buurtbewoners kregen er lucht van, maakten zich zorgen over de mogelijke bouw van woningen in een nog fraai open gebied en staken de hoofden bij elkaar. Die start zorgde er trouwens voor dat boze tongen beweerden dat het hele gebiedsvisie-idee alleen maar was opgetuigd als een soort ‘Not in my backyard’-circus. Dat het er louter om ging woningbouw tegen te houden.
Die kritiek is onterecht, zo stelt Hart vast na een presentatie van de initiatiefgroep. De heren Paul van der Vleuten, Richard Visser en Romano van der Meijden praatten afgelopen donderdag tijdens een beeldvormende avond in Sint-Oedenrode de lokale politiek bij en bleken niet vies van nieuwbouw aan de noordkant van Kinderbos.
Pijn
Overigens was er voor de sprekers nog een andere reden om voor dit deel van Sint-Oedenrode een plan te maken. Van der Meijden: ‘Onze wijk is gebouwd in een tijd van bezuinigingen. Dat is de pijn die we nu dragen’. Concreter: er was destijds geen geld voor zoiets als een buurthuis of andersoortige ontmoetingsplek. Of die er maar alsnog kan komen, luidt een van de vier statements.
Het resultaat van deze burgerbetrokkenheid is zo mooi, dat het extra spijtig is dat het allemaal verkeerd begon. Hart maakte zich er afgelopen najaar al zorgen over (lees: ‘Zorg over Cathelijne, Kinderbos en Rijsingen’). De bewoners hadden werkenderwijs wel vaak en plezierig contact met de gemeente, maar hebben geen idee of hun ideeën de eindstreep halen. Of achtereenvolgens ambtenaren, wethouders en gemeenteraadsleden hun verzoeken willen uitvoeren.
‘Geen status’
De kans dat het op een desillusie uitloopt is daardoor aanwezig. Sterker nog, wethouder Jan Goijaarts (Ruimtelijke ordening, CDA) leek het afgelopen donderdag al een beetje aan te kondigen: ‘Dit stuk heeft geen formele status’.
Had het anders gekund? Jazeker. Hart pleit er nog maar eens voor dat dit soort processen niet eindigen met een besluit van de gemeenteraad, maar juist daarmee beginnen. Als de raad ‘aan de voorkant’, zoals dat in het lelijke bestuurlijke jargon heet, enkele voorwaarden vaststelt – dan kunnen de bewoners binnen die kaders in alle vrijheid bedenken wat ze willen bedenken. Zolang ze binnen de lijntjes van die voorwaarden kleuren, hebben ze de zekerheid dat hun plannen daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Omgekeerd besluit
De omgekeerde besluitvorming, noemt Hart het. We brachten het idee al in bij de plannenmakerij met betrekking tot de herinrichting van de Markt in Sint-Oedenrode. Dat ging toen niet door, want volgens tegenstanders zouden Rooienaren die verantwoordelijkheid niet aankunnen.
‘Dit project is er te groot voor’, zei destijds een raadslid. Wij hoorden: ‘Het vertrouwen van de raad is er te klein voor’.
Meer informatie over de gebiedsvisie vindt u hier.