De afdeling Meierijstad van landbouworganisatie ZLTO is boos op de gemeentelijke plannen om de geurnormen strenger te maken. Hart snapt de kritiek.
Het onderwerp is actueel vanwege de ‘verordening fysieke leefomgeving’ die het College schreef. Die verordening voegt regels samen uit allerlei bestaande verordeningen van de gemeente. Er zijn echter ook nieuwe regels toegevoegd en die gaan over regenwater, riolering en geurhinder door veehouderijen.
De verordening lag tot 11 september ter inzage en leidde tot een reactie van de ZLTO. Het onderwerp: de nieuwe geurregels. Hart stortte zich naar aanleiding van die brief op het thema geur. Of, zo u wilt, stank. Een boeiend onderwerp, ontdekte Hart al snel. Want in het dispuut tussen ZLTO en gemeente draait alles om de hoeveelheid geur die toegestaan is.
Is geur wel te meten? Een beetje…
Want geur wordt uitgedrukt in cijfers. Daarmee lijkt geur net zo meetbaar als afstand of volume. Van punt a naar b is het 1,3 kilometer en in deze fles zit 0,75 liter. De kilometer- en literversie van geur heet oedeur, afgekort OEe. Zo’n cijfer oogt erg objectief. Maar daar valt wel wat op af te dingen.
De basis van de meetmethode, olfactometrie genoemd, is de allesbehalve objectieve neus. Het voert te ver om de onderzoeksmethode hier uit de doeken te doen (stuur een mailtje en we leggen het u uit), maar feit is dat de ene neus de ander niet is en dat een geur van 6 OEe minder objectief is dan 1,3 km.
En hoe ongezond is stank? Bij het RIVM komen ze er niet uit. ‘Blootstelling aan geur, zeker bij herhaling, kan ook stress gerelateerde gezondheidseffecten oproepen; denk aan hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en vermoeidheid’, aldus het instituut.
‘Geen gezondheidskundige normen voor geur’
Maar even verderop schrijft het RIVM: ‘Er bestaan geen gezondheidskundige normen voor geur, waardoor het niet eenvoudig is om te bepalen hoeveel geur gezondheidskundig gezien aanvaardbaar is’.
Met wat u net las, wil Hart de overlast niet bagatelliseren. Wie in het buurtje Dillesdorp aan de noordkant van Schijndel woont, heeft het zwaar. De zure geur van varkens drijft er zowat dagelijks over de woningen. Zelfs automobilisten houden zo nu en dan de adem in als ze vanuit Den Bosch komen en de rotonde naderen. Het stinkt daar. Punt.
Stank neemt al jarenlang af
Hart doet zelf niet aan olfactometrie en we hebben geen idee of de stank daar binnen de normen valt, maar wat we wel weten: stankoverlast neemt in heel Nederland al tientallen jaren af. ‘Het aandeel van de Nederlandse bevolking dat overlast heeft van geurbronnen zoals industrie, verkeer en landbouw is sinds 1990 ongeveer gehalveerd’, las Hart in een rapport van – nota bene – een actiegroep van buitengebied-bewoners die vinden dat het in hun omgeving te veel stinkt.
De afname heeft betrekking op zowat alle geurbronnen: verkeer, industrie, open haarden, allesbranders en landbouw. Dat is onder meer te danken aan de maatregelen die landbouwers zelf namen, overigens opgelegd door onze overheid.
Een beetje consideratie met die beroepsgroep mag volgens Hart wel. Ze hebben het druk met, vindt Hart, terechte maatregelen om de biodiversiteit te redden en andere milieuschade te verminderen. Strengere lokale regels voor geuremissie komen daarom misschien niet helemaal op het goede moment.
Het wil wat zeggen, dat juist Hart dit pleidooi houdt. Want deze partij is zo nu en dan streng voor boeren. Hart kreeg het al eens aan de stok met agrariërs toen het ging over mede door Hart bepleitte duurzaamheidsmaatregelen. De partij maakt zich vooral druk over de landbouwgrond. Daar is het echt beroerd mee gesteld.
Geen participatie. Dat hoorden we vaker
Terug naar de geur. De ZLTO maakt zich vooral druk om de nieuwe normen in zogeheten verwevingsgebieden. Dat zijn reconstructiegebieden in het buitengebied waar landbouw, wonen en natuur elkaar ontmoeten. Waar nu nog een geuroverlast van 12 OEe is toegestaan, wordt dat in de nieuwe geurverordening 8 OEe.
Saillant is dat Jan Goijaarts de wethouder is die erover gaat. En laat die nou van het CDA zijn, de partij die zich sinds jaar en dag beschouwd als dikke maatjes met de agrarische sector.
Gerard van Zutphen is voorzitter van de Meierijstadse ZLTO en schrijft aan College en raad dat er in het veelvuldige overleg met de gemeente nooit over een aanpassing van de geurverordening is gesproken.
Waar hoorden we zoiets eerder? Nou, bij de gebiedsvisie De Molenheide bijvoorbeeld. Daar werden eigenaren van chalets en omwonenden niet gehoord. En bij het opwekken van zon – en windenergie gold voor mogelijke gebieden voor panelen en windturbines hetzelfde.
Participatie. Het is nou niet bepaald een kernkwaliteit van het College.
Hieronder de brief van de ZLTO.