‘We constateren dat het in evenwicht houden van de uitgaven en inkomsten steeds moeilijker wordt’, schrijft het College in het voorwoord van de begroting voor het volgend jaar. Schrale troost: in veel gemeenten lukt het al niet meer. Deel 1 in een serie over de begroting van 2021.
Elk jaar legt Hart op deze website de financiële verwachtingen langs de strenge meetlat van vijf objectieve indicatoren. Op basis daarvan stelt de fractie dit keer vast dat de gemeente inteert.
De afgelopen jaren vergeleek Hart de cijfers met die van de drie voormalige gemeenten. Daar houden we vanaf nu mee op. Het achteromkijken houdt immers een keer op. Onthoud bij wat u hierna leest dat Schijndel het op bijna alle fronten beter deed dan Meierijstad nu en dat de fusiegemeenten Sint-Oedenrode en Veghel in de meeste gevallen beroerder scoorden.
Schuldquote stijgt weer
Dat geldt bijvoorbeeld voor het deel van het beschikbare geld dat nodig is om schulden af te lossen, de netto schuldquote. Meierijstad begon in 2017 met 81,6% en dat percentage werd jaar na jaar gelukkig lager. Tot nu.
De begroting 2020 voorzag in een schuldquote van 51% en voor volgend jaar rekent het College op 55%.
Solvabiliteitsratio groeit niet
Of de gemeente die schulden kan afbetalen, blijkt uit de solvabiliteitsratio. Hoe hoger het percentage, hoe beter. In 2017 was de ratio van Meierijstad 33,4%, in 2018 36% en voor 2020 werd gerekend op nog maar 29%. Dat percentage noteert het College ook voor 2021.
Grondexploitatie blijft gevaarlijk
De grondexploitatie was de molensteen om de nek van Veghel en daarmee, in ieder geval bij de start van die gemeente, ook van Meierijstad. Voor de grondexploitatie geldt: hoe lager het percentage hoe beter het is.
In 2017 was het percentage van Meierijstad 75,5% en in 2018 70%. Voor 2020 werd gerekend op 45% en voor volgend jaar wordt, als gevolg van matige verwachtingen voor wat betreft grondverkopen, voor het eerst rekening gehouden met een stijging. Het percentage is 49.
Exploitatieruimte zo goed als nul
Een belangrijke graadmeter is het verschil tussen wat er structureel elk jaar binnenkomt en wat er net zo structureel uitgaat. Dat verschil heet de exploitatieruimte. Hoe hoger dat percentage, hoe beter het is.
De exploitatieruimte was in 2019 nog 2,9 %, is voor dit jaar begroot op 0,6 % en komt volgend jaar naar verwachting uit op 0,1 %. Conclusie van zowel het College als Hart: het kan allemaal nog net uit, maar daarmee is het wel gezegd.
Belastingcapaciteit is goed
Ook boeiend: wat betaalt u aan gemeentelijke heffingen en belastingen in vergelijking met landgenoten in andere gemeenten? Mocht u willen klagen over de aanslagen van de gemeente, besef dat we zowel in 2019 als naar verwachting in 2020 2,8% onder het landelijk gemiddelde blijven. Dat gat wordt volgend jaar nog groter: 6,8%.
En dat ondanks een mogelijke extra verhoging van de WOZ. Waarover later meer in deze serie.
Tot slot
Wie wil weten wat Hart ervan vindt, moet wachten tot de behandeling van de begroting. Wel willen we alvast kwijt dat heel veel gemeenten er een stuk beroerder voorstaan dan Meierijstad.
Dit is de eerste aflevering van een zesdelige serie over de begroting van 2021. De afleveringen verschijnen onregelmatig, maar morgen is er al deel 2. Wie niet kan wachten, leest nu alvast de begroting. Dat kan hier.