Hart heeft onbedoeld ZLTO Meierijstad in de actiestand gezet. De organisatie van agrariërs gaat na een mailtje van de fractie fel tekeer over het voorgenomen geurbeleid.
Hart heeft er een gewoonte van gemaakt om bij raadsvoorstellen de mensen en organisaties op wie het betrekt even te bellen of te mailen. Niet dat we ons als doorgeefluik beschouwen, maar de standpunten van die betrokkenen doen er natuurlijk wel toe.
Toen de ‘verordening fysieke leefomgeving’ op onze digitale deurmat viel, mailden we voorzitter Gerard van Zutphen van de ZLTO. Of hij al had gezien dat de bezwaren van zijn club enigszins waren gehonoreerd. De geurnormen worden in het voorstel nog steeds verlaagd, maar wel wat minder.
De reactie liet even op zich wachten en uit de brief van de ZLTO blijkt waarom. Van Zutphen en zijn medebestuurders moesten het nieuwe voorstel nog lezen. Ze wisten helemaal niet dát er een nieuw voorstel was. ‘Na vragen van Hart aan onze voorzitter over dit stuk, zijn we actief gaan googelen en vonden de nota van zienswijzen’, lezen we in de brief van ZLTO.
Relatie College-ZLTO is al niet optimaal
Het is gebruikelijk en beleefd dat inbrengers van zogeheten zienswijzen, zeg maar bezwaren, van de gemeente horen wat ermee is gedaan. Dat dit nu niet gebeurde is onhandig. De relatie van agrariërs met het College is al niet optimaal vanwege alle plannen voor het buitengebied en je zou denken dat juist een CDA-wethouder hecht aan de plezierige contacten met de achterban van die partij.
De ZLTO is blij dat die wethouder Jan Goijaarts, na de vorige kritiek door de boeren de geurnormen wat minder heeft verlaagd dan eerst bedacht. Maar het is voor de ZLTO nog altijd te veel.
Drie bezwaren tegen langere geurnormen
Hart, toch best kritisch op de agrarische wereld, is het daarmee eens. We hebben drie bezwaren tegen het verlagen van de normen.
1. De geurnormen lijken objectief, maar dat zijn ze allesbehalve. Een kilometer is een kilometer en een liter is een liter – maar 10 oedeur (zo heet een eenheid geur) is voor de ene neus anders dan de andere.
2. Het is wetenschappelijk niet vastgesteld hoe erg geuroverlast is. Het RIVM: ‘Er bestaan geen gezondheidskundige normen voor geur, waardoor het niet eenvoudig is om te bepalen hoeveel geur gezondheidskundig gezien aanvaardbaar is’. En daarmee doet Hart trouwens niets af aan de klachten die mensen hebben van stank.
3. De agrarische sector heeft de handen vol aan andere opgelegde maatregelen en die maatregelen zijn in de strijd tegen klimaatverandering en voor gezondheid en biodiversiteit veel urgenter. Moet dit er dan ook nog eens bij?
Voor meer informatie over geurnormen en deze drie bezwaren: lees ‘Er zit een luchtje aan geurbeleid gemeente’.
‘Niemand klaagt over geuroverlast’
In de brief maakt ZLTO de kachel aan met de reactie van het College op de zienwijzen van die organisatie. We lezen dat de strenge normen ook kwalijk zijn voor ontwikkelingen die de gemeente in het buitengebied juist wenst, zoals combinaties van boerderijen met zorg.
Verder herinnert de ZLTO aan het gevoerde participatietraject. Daarbij is volgens de organisatie door de gemeente aan buitengebied-bewoners gevraagd of er geuroverlast wordt ervaren. Niemand die daar bevestigend op zou hebben gereageerd.
Wat u hierboven las is slechts een greep uit de kritiek van de agrariërs. Onder dit stuk is de hele brief te lezen. Het document zit bij de stukken van de verordening fysieke leefomgeving, die komende woensdag wordt besproken door de raadscommissie Ruimte, Economie en Bedrijfsvoering. Die begint om 19.30 uur en is hier online te volgen.