De rellen van de afgelopen dagen vragen om kordate acties. Om lik op stuk. Maar een beetje nuance kan ook geen kwaad.
De rellen zijn, behoudens een opgeblazen toegangsdeur van de Schijndelse Hema, vooralsnog aan Meierijstad voorbij gegaan. Het is een schrale troost.
Geen idee
Geen idee of het toeval is dat hier relatief rustig was, of dat het komt omdat grote steden meer in trek zijn of omdat onze dorpen beloond zijn voor eerdere investeringen in deugdelijk jongerenwerk.
Geen idee. En dus weten we ook niet of de rust hier van korte duur is of gelukkig blijft.
Overigens kan het zomaar zijn dat jeugdige inwoners van onze gemeente wel degelijk mee hebben gedaan aan het geweld elders; zo ver zijn de roerige stadscentra van Den Bosch en Eindhoven niet verwijderd van onze dorpen.
Harde repressie
De roep om keiharde repressie was de afgelopen dagen groot en Hart hoorde het knikkend aan. Wij vinden het net als u schandalig zoals jongeren (het lijkt er vooralsnog op dat het louter jongeren waren die zich misdroegen en dan ook nog eens vrijwel uitsluitend jongens) winkels, straatmeubilair en auto’s vernielden, de politie aanvielen en zelfs zorgmedewerkers de stuipen op het lijf joegen.
99,95 procent
Dan nu de nuance. Een deskundige op een van de radiozenders nam gisteren de moeite om uit te rekenen hoe groot de groep onverlaten is die in diverse steden en sommige dorpen tekeer gaat. Volgens hem gaat het om 0,05 procent van de Nederlandse jongeren. Of we dus maar niet willen vergeten dat 99,95 procent van de pakweg 14- tot 25-jarigen na 21.00 uur netjes thuis zit.
Dan nog iets over de leden van die 0,05 procent. Wat zijn dat voor malloten? Wat Hart betreft kan het geen kwaad daarover meer kennis te vergaren. Als we weten welke lieden zich laten verleiden tot dit soort acties, wordt het een stuk eenvoudiger om herhaling te voorkomen.
Daar gaat de rest van dit stuk over.
Preventie
Want het is goed om eens wat nader stil te staan bij het thema preventie. Toen in de Franse voorsteden enkele jaren geleden de vlam in de pan sloeg, stonden Nederlandse deskundigen klaar om te vertellen hoe het daar zo mis kon gaan. Die brandstichters en molotov-cocktail-gooiers daar hadden niets te verliezen, zo was in talkshows te horen.
Het waren jongeren die met broertjes en zusters en werkloze ouders in de meest miserabele aftandse flatjes woonden, niet konden rondkomen en bij elke sollicitatie vanwege ‘een verkeerde achternaam’ werden afgewezen. Geen wijkagent of welzijnswerker die zich daar om die jongeren bekommerde.
Argumenten
Als sociologen en andere academici zich druk maken over wat de oorzaken van opstanden in de Franse banlieues zijn, dan kan het geen kwaad zo’n zelfde onderzoek in eigen land uit te voeren. Want hoe we het ook wenden of keren: er zijn redenen dat die 0,05 procent van de Nederlandse jongeren dit deden en doen.
We kennen hun argumenten niet en daar hebben ze trouwens zelf vast ook niet over nagedacht. Maar onbewuste argumenten zijn ook argumenten: verveling, gebrek aan aandacht, afzetten tegen wie dan ook, het gevoel ergens niet bij te horen of te weinig intelligent om iets langer na te denken over een spannende impuls.
En nee, geen enkel argument rechtvaardigt wat er de afgelopen dagen gebeurde. Dat bedoelen we ook niet te schrijven.
We kunnen iets doen
Wat we wel bedoelen is dat bij een poging om herhaling te voorkomen het geen kwaad kan om die argumenten (of oorzaken, redenen of aanleidingen) te achterhalen.
Het leidt ertoe dat we (we = de samenleving in het algemeen en onze overheid in het bijzonder) iets kunnen doen aan die mogelijke verveling, dat eventuele gebrek aan aandacht, die behoefte tot afzetten of het idee er niet bij te horen. Zoals we, als dat een oorzaak blijkt, ook iets aan het gebrek aan een deugdelijke opvoeding kunnen doen.
En ja, dat doen we tegelijkertijd met een keiharde aanpak door het bevoegd gezag. Met stevige politieagenten die onze waardering verdienen, waaronder ME-ers. Met officieren van justitie die snel klaar zijn met dit soort gedoe en met rechters die snelrecht combineren met stevig recht.
Gedachten
Maar het is ook tijd voor wat genuanceerde gedachten over hoe nu verder. Die gedachten horen niet alleen rond te zingen in de hoofden van de burgemeesters van steden waar het faliekant misging. Zoals het ook niet alleen de politici, jongerenwerkers en beleidsmakers daar zijn die aan de slag moeten.
Dit soort vragen moeten ook in Meierijstad worden gesteld.
Hart is er al enige tijd druk mee. Met ons bescheiden denktankje ‘Jong van Hart‘, met onze contacten met professionals en met een initiatiefvoorstel dat we aan het schrijven zijn. Daarover binnenkort meer.