Wesley Maurix uit Wijbosch weet hoe jongeren en jongvolwassenen zich voelen en werkte daarom graag mee aan een voorstel van Hart. ‘Mijn wereld is al maandenlang akelig klein.’
Wesley (29) en Hart leerden elkaar kennen tijdens het Zomerfestival dat de partij in 2019 organiseerde. Toen ging het over geluk en dat het realiseren van geluk voor sommige mensen wat meer moeite kost dan voor anderen.
Zoals voor Wesley, die tijdens het festival smakelijk vertelde hoe hij om de zoveel tijd bij een uitkeringsinstantie moet laten zien dat hij nog steeds gehandicapt is. ‘Ja, ik ben nog steeds een meter veertig, mensen. Net als de vorig keer. En nee, het wordt nog altijd niet langer.’
Ambassadeur
Niet lang daarna werd Wesley steunfractielid bij Hart. In die rol werd hij niet alleen ‘onze man in Wijbosch’ maar ook en vooral een ambassadeur voor iedereen die om wat voor reden dan ook in de knel zit.
Zo was het Wesley die een lans brak voor rolstoelgebruikers die door nogal mesjokke landelijke richtlijnen geen gebruik meer kunnen maken van het rolstoelvervoer. Die inzet had succes: het regionale taxivervoer negeert voorlopig de regel dat op maat gemaakte rolstoelen niet mee mogen.
De deur niet uit
‘Dankzij mijn opleiding als sociaal-cultureel werker en vrijwilligerswerk voor antidiscriminatiebureau RADAR zie ik al jaren dat er veel kwetsbare jongeren zijn. Natuurlijk geldt dat ook voor andere groepen, maar tijdens deze Coronacrisis wordt de groep kwetsbare jongeren steeds groter. Jongeren die weinig tot geen problemen hadden, hebben nu last van depressies en lopen vast. En jongeren die al in de knel zaten, krijgen deze nieuwe problemen er nog eens bovenop, het dal waarin ze zitten wordt steeds dieper.’
‘Sociale contacten zijn voor iedereen van belang, maar voor de jongeren gaat het nog een paar stappen verder. Hechte onderlinge contacten zorgen dat we ontdekken wie we zijn en welke kant we op willen. De jeugd, dat is de periode waarin je toewerkt naar belangrijke beslissingen in het leven en dat doe je onder meer al chillend met vrienden. Ik denk soms dat ouderen geen idee hebben wat het betekent als dat wegvalt.’
Voor Wesley komt daar nog eens bij dat zijn gezondheidssituatie ervoor zorgt dat hij extra voorzichtig is. ‘Eén goede vriend zie ik één keer per week. Dat is het. Mijn vrienden zijn doodsbang om mij te besmetten en blijven weg. Terecht, ik wil graag nog wat jaartjes mee. Dus het blijft beperkt tot digitaal contact.’
Aanjager
Samen met Hart-gemeenteraadslid Mirjam van Esch werkte Wesley aan een plan om lokaal meer voor jongeren te doen. ‘Het is mooi dat er landelijk 8,5 miljard wordt vrijgemaakt. Maar uiteindelijk moet er vooral lokaal wat gebeuren. Gemeenten hebben wettelijke verantwoordelijkheden op dit gebied en de reguliere organisaties kunnen de corona-drukte er niet altijd bij hebben. Wat er nodig is: een tijdelijke aanjager die met die organisaties rap zorgt voor kordate, effectieve hulp.’
Wesley leerde al werkend aan het plan de mores in de lokale politiek kennen. ‘Het stuk is diverse keren herschreven. Een initiatiefvoorstel werd een motie, werd een initiatiefvoorstel en weer een motie. Het overleg met andere partijen lijkt oppervlakkig beschouwd handjeklap, maar wat ik zag gebeuren is hoe je ondanks tien verschillende fracties toch iets voor elkaar kunt krijgen.’
Draagvlak vinden
‘Want voor elke partij die wat wil, geldt dat ze geen meerderheid heeft en dus samen moet werken met anderen. Het ziet er van een afstand uit als koehandel of eigen principes verloochenen, feitelijk is het draagvlak vinden.’
Mirjam (foto): ‘Het kost veel kruim, maar ik doe het graag. Ik ben de politiek ingegaan om wat te betekenen voor mensen die de overheid nodig hebben. Dit voorstel is daar een voorbeeld van. En daarvoor wil ik graag voor de zesde keer de tekst aanpassen, als dat nodig is. Alles voor het einddoel, alles voor de jongeren.’