Meierijstad is, economisch gezien, vooral goed in bedrijvigheid waaraan relatief weinig arbeid te pas komt.
Als burgemeester Kees van Rooij het bericht op LinkedIn geen like had gegeven, had Hart het vast niet opgemerkt: onlangs verscheen de editie 2022 van het jaarlijkse rapport ‘Economische toplocaties’ van onderzoeksbureau Louter. Louter doet dat onderzoek jaarlijks in opdracht van Elsevier Weekblad.
Materiaal
Meierijstad staat in die ranglijst op nummer 47 (2021: 61) en dat is mooi. De hitparade is een samenvoeging van drie afzonderlijke lijsten, waarbij Meierijstad het vooral goed doet in de ranglijst ‘Materiaalgeoriënteerde bedrijvigheid’.
Die gaat over ondernemingen die veel materialen gebruiken of maken en relatief weinig mensen nodig hebben: landbouw, bouwnijverheid, groothandel en transport bijvoorbeeld. Meierijstad staat in deze lijst op nummer 4 (2021: 5) en duldt alleen Riemerswaal, Moerdijk en Waalwijk voor zich.
Overigens is de positie relatief: de onderzoekers bezien de mate van bedrijvigheid in relatie tot het aantal inwoners. Zo kan een gemeente met veel meer bedrijven toch lager scoren dan Meierijstad. Het verklaart waarom in deze top 50 geen enkele grote stad te vinden is.
Kritisch
In twee van de drie ranglijsten komt Meierijstad niet voor: die van ‘Informatiegeoriënteerde’ (financiële dienstverlening, openbaar bestuur en kennisdiensten) en ‘persoonsgeoriënteerde’ bedrijvigheid (detailhandel, vrije tijd, onderwijs en zorg).
Hart is al jarenlang kritisch over de focus van Meierijstad op bedrijvigheid die veel ruimte vergt en weinig werk oplevert. Het verklaart waarom de fractie zich afgelopen voorjaar op regionaal niveau nog met succes verzette tegen nog meer zogeheten XXL-logistiek.
Wat het nog erger maakt, is dat werkgevers juist in deze branches gebruik maken van arbeidsmigranten. Het zijn er in Nederland al ongeveer 800.000. Die medewerkers en hun gezinnen hebben huizen, gezondheidszorg en onderwijs nodig. Daar hebben we ook zonder die buitenlandse krachten al een gebrek aan.
Geen zin
Hun komst verstoort ook nog eens de economie in het eigen vaderland – Roemenië trekt arbeidskrachten uit Aziatische landen aan, omdat de eigen beroepsbevolking naar West-Europa verkast. Dat schiet niet op.
Hart wil dat de komst van arbeidsmigranten wordt ontmoedigd. Het werk dat ze doen, komt ten goede aan een kleine groep ondernemers en de rest van de samenleving draait op voor de huizen, scholen en zorg die ze nodig hebben.
Mijmeringen over arbeidsmigranten
De weerstand tegen het ronselen van arbeidsmigranten groeit sinds enkele maanden in de Nederlandse politiek. Hart is er blij mee.
Het besef dringt door dat het verzet tegen asielzoekers minder hout snijdt dan die tegen arbeidsmigranten. In de eerste plaats gaat het bij asielzoekers voor het overgrote deel om mensen die terecht op de vlucht sloegen en een veilig heenkomen verdienen. De veel genoemde ‘veilige landers’ verdienen ook volgens Hart hier geen plek; het is gelukkig een minderheid. Verder geldt dat Nederland opvanglocaties genoeg had, tot het kabinet Rutte III rücksichtslos en kortzichtig de ene na de andere opvang sloot.
Maar dan de arbeidsmigranten. Dat leger groeit en groeit en levert steeds meer problemen op. Hart was er met haar kritiek vroeg bij en publiceerde in augustus 2021 al haar ‘Mijmeringen over arbeidsmigranten’.