Het onlangs genomen besluit om in Schijndel voorlopig alleen het minimale te doen voor de opvang van vluchtelingen, is nu al achterhaald. ‘Hart voor Schijndel’ stelt dat vast naar aanleiding van de oproep van de rijksoverheid aan gemeenten om ruimhartiger te zijn. Raadslid Laurens van Voorst heeft vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld.
Met ietwat ronkende taal werd enkele weken geleden door de raadscommissie ingestemd met de opvang van zestig statushouders in 2016. Dat zijn mensen die een asielzoekerscentrum mogen verlaten en maximaal vijf jaar in Nederland mogen blijven. De instemming van de raadscommissie was aardig, maar onnodig: Schijndel doet met dat besluit het minimale van wat wettelijk moet. Het tweede besluit dat werd genomen: we bereiden ons voor op nieuwe aanvragen. Sympathiek, maar om de trotse uitspraken ‘We zijn een gastvrije gemeente’ en ‘We zijn barmhartig’ waar te maken, is volgens ‘Hart’ toch echt meer nodig. En snel ook.
Het kabinet overweegt om zuinige gemeenten, zoals Schijndel, financieel te straffen voor hun gebrek aan medewerking. Dat er in Schijndel geen plaats voor een AZC is, zoals enkele weken geleden door wethouder Witlox gemeld, klopt. Het is echter geen reden om af te zien van noodopvang. Dat doet bijvoorbeeld de gemeente Helmond. Die gemeente stelde een sporthal ter beschikking. Maar liefst driehonderd vrijwilligers doen daar hun stinkende best om het de vluchtelingen zo plezierig mogelijk te maken (op de foto, ‘geleend’ van de site van de gemeente daar: vrijwilligers bieden spullen aan). Ook ontroerend: ondernemers, zoals de lokale bakker, leveren etenswaar en andere spullen tegen inkoopprijs.
Laat het een inspirerend voorbeeld zijn, vindt ‘Hart’.
Hieronder de brief aan het college.