Het tijdelijke buurthuis aan de Papaverstraat blijft ook volgend jaar gewoon open. Het conflict tussen de beheerstichting en de gemeente gaat op de keper beschouwd bijna nergens over, stelt ‘Hart voor Schijndel’ vast.
In het Brabants Dagblad maakte voorzitter John Heesakkers zich gisteren erg boos over de nieuwe regels die de gemeente wil afkondigen voor de beheersstichting van het voormalige schoolgebouw op de Boschweg. Hij liet weten dat het voor het bestuur zo niet langer hoeft en dat per 1 januari de sleutels worden ingeleverd bij de gemeente.
Het is een onnodig felle reactie. We kunnen er wel enig begrip voor opbrengen, want de boosheid is mogelijk het gevolg van de bij vlagen moeizame en eenzame strijd voor het nieuwe buurthuis. Zoals bekend bakkeleit de gemeente daar al zes jaar over. Pas vorige maand werd op voorstel van Hart in de begroting van 2019 vastgelegd dat de nieuwbouw er zeker komt.
Regels
Hart kreeg afgelopen week inzage in het door de gemeente geschreven document met regels en las dat het slechts een concept betreft, waarover nog overleg mogelijk is. Verder stellen we vast dat veel regels heel gewoon zijn en vast en zeker ook gelden voor andere wijk-, buurt- en dorpsgebouwen die in eigendom van de gemeente zijn.
Een opvallende bepaling is dat het bestuur toestemming aan de gemeente moet vragen als ze huurders wil weigeren. Het gaat daarbij om huurders waarvan verwacht mag worden dat ze een plek verdienen in het buurthuis. De regel is genoteerd omdat enkele gebruikers zich bij de gemeente beklaagden dat ze door de beheerstichting zijn geweigerd. Mogelijk gebeurde dat trouwens terecht, Hart weet te weinig van mogelijke incidenten. Wat we wel weten is dat het billijk is dat een voorgenomen weigering wordt afgestemd met de eigenaar.
Gas, water, elektra
Waar Hart de wenkbrauwen wel van optrok, is de bepaling dat het bestuur vanaf januari opdraait voor de kosten van gas, water en licht. Dat is niet billijk, aangezien het een extreem energievretend gebouw betreft en daar kan dat bestuur niks aan doen. Maar ook hiervoor geldt dat er over te praten is met de gemeente. We deden informeel navraag binnen de ambtenarij en kregen daar al snel de bevestiging. ‘Tuurlijk kunnen we elkaar daarin vinden. Het is een concept hè?’
We vertrouwen erop dat de soep die de voorzitter in de krant opdiende, niet zo heet wordt gegeten. Wel kunnen we ons voorstellen dat het vanwege de inmiddels troebel geworden relatie van het bestuur met de gemeente goed is dat anderen het stokje overnemen. Heesakkers en zijn medebestuurders hebben in moeilijke tijden een stevig fundament gelegd en wat ons betreft gaan anderen verder waar zij zijn gebleven. We denken daarbij aan de wijkraad.
Want het buurthuis moet open blijven. Dat is niet alleen in het belang van de huidige gebruikers, maar ook met het oog op het nieuw te bouwen wijkgebouw. Dat gebouw moet in de toekomst niet beginnen met enorme leegstand als gevolg van weggelopen huurders en opgeheven activiteiten.