Niks mis met managers en directeuren, maar als een manager op uw en onze kosten directeur wordt, dan worden we ietwat achterdochtig. En dus hield Lambèr Gevers, raadslid van ‘Hart voor Schijndel’, tijdens de vergadering van de raadscommissie donderdagavond een kritisch betoog over het samenwerkingsverband AgriFoodCapital.
Vooropgesteld: we vinden het prima dat overheden, ondernemingen en onderwijsinstellingen in de regio binnen AgriFoodCapital samenwerken en proberen het bedrijfsleven, de regio en de werkgelegenheid samen te verbeteren. We lezen in nieuwsbrieven en verslagen ook best goede dingen over de club. Maar toch…
Overhead
AgriFoodCapital beloofde dat 75 procent van het geld dat ze te besteden heeft, naar concrete projecten gaat. Projecten die goed zijn voor het bedrijfsleven, voor de regio en voor het bedrijfsleven. De overige 25 procent is voor overhead. Voor gelikte folders en voor salariskosten.
Op dit moment ligt dat percentage overhead trouwens op 19 procent, maar wat ‘Hart voor Schijndel’ betreft is het geen heilig doel om die uitgaven op te trekken naar 25 procent. En dus vragen we ons af wat het gevolg en nut is van het bevorderen van de manager van de club tot directeur. En of dat nou echt wel nodig is, een nieuwe functionaris om in Brussel dingen te gaan doen. Wat voor dingen gaat die man of vrouw daar doen dan? En waar gaat dat dan toe leiden?
Sceptisch
Afijn, we steunen het samenwerkingsverband en zijn tegelijkertijd dus ietwat sceptisch. Dat wordt nog eens versterkt doordat AgriFoodCapital zoveel doet, netwerkt, stimuleert en verbindt dat het ons begint te duizelen. De overhead-mensen zijn niet alleen bij veel dingen betrokken, het is ook nog eens onduidelijk waar al die dingen toe leiden. Of het allemaal wat concreter mag, dus.
Dat we toch instemmen met de plannen van het samenwerkingsverband, heeft een paar redenen. Op de eerste plaats gaat AgriFoodCapital wettelijke taken op het gebied van werkgelegenheid uitvoeren waar niemand tegen kán zijn. Op de tweede plaats zien we ook echt goede resultaten: zo zorgen de via AgriFoodCapital geregelde startersbeurzen ervoor dat jongeren daadwerkelijk een baan vinden, zo leerde een toelichting van wethouder Menno Roozendaal. En op de derde plaats kunnen we gewoon niet zonder regionale samenwerking.
Brussel
En verder moeten we ons niet al te veel illusies maken: zo’n merknaam AgriFoodCapital klinkt best stoer, maar tegenwoordig heeft elke regio met meer dan 100.000 inwoners wel zijn eigen capital, campus, kenniscentrum, valley of port. Die allemaal mensen aannemen om naar Brussel te sturen. En van managers directeuren maken.