Hoe integer zijn de wethouders? Die vraag staat centraal tijdens een debat waaraan de gemeenteraad van Meierijstad niet kan ontkomen.
‘Een beetje integriteit bestaat niet’, zei politica Ien Dales (1931-1994) ooit. Dat valt te bezien.
Er is nieuwe wetgeving in de maak en daarin wordt bepaald dat gemeenteraden in verordeningen vastleggen wat er door de beugel kan en wat niet. Er is dus ruimte om rekkelijk of precies te zijn. Om in Meierijstad integer te vinden wat in buurgemeente Son en Breugel niet door de beugel kan. Of andersom.
Recht en krom
Gemeenteraadsleden die in het eerste jaar van Meierijstad deelnamen aan workshops over integriteit weten er alles van. Op het eerste gezicht zou je denken dat voor iedereen recht inderdaad net zo recht is en dat krom voor iedereen even krom is.
Nou, nee hoor.
Tijdens die workshops bleek dat de helft van uw volksvertegenwoordigers zelf bepaalt wat voor hen integer is en wat niet. De andere helft vindt dat die normen en waarden door de samenleving worden bepaald en dat raadsleden zich daarnaar dienen te schikken.
Anderhalve meter
Hart hoort bij de tweede groep. De praktijk leert dat anders politici het eigen gedrag goedkeuren en ondertussen anderen aanspreken op hun gedrag.
‘Iedereen moet anderhalve meter afstand houden en dat ik, minister van Justitie, mijn schoonmoeder omhelsde – dat was in de euforie van die dag.’ Of: ‘Werk thuis en vergader online. Maar formatiegesprekken – tja, daarvoor moet je elkaar toch echt ontmoeten’.
Megastal
In onze eigen gemeente stuitten we ooit op een raadslid dat een verjaardagsfeest bezocht van een varkensboer en daarna in de raad ervoor pleitte om die man een vergunning te geven voor de bouw van een megastal. Uiteindelijk kwam het goed toen het raadslid subtiel werd gewezen op de onwenselijkheid van zijn gedrag.
Hij is gelukkig een uitzondering. We maakten al diverse keren mee dat raadsleden zich onthielden van stemming omdat ze persoonlijk betrokken waren bij een bepaald agendapunt. Bij D66 liet Marrik van Rozendaal, in het dagelijks leven actief voor de jeugdzorg, een stemming over dat onderwerp voorbijgaan.
Bij Hart deed Laurens van Voorst hetzelfde toen het ging over het Kloosterkwartier in Veghel – ook hier waren, overigens zeer beperkte, zakelijke belangen de reden.
Piketpaaltjes
In die nieuwe wet gaat het trouwens niet over de integriteit van raadsleden, maar van wethouders. Een paar dingen zijn of worden landelijk geregeld, maar er is vooral veel ruimte voor gemeenteraden om zelf piketplaatjes te slaan.
Volgens de aanstaande wet moeten gemeenten een verordening schrijven. Daarin gaat het bijvoorbeeld over wat wethouders wel en niet mogen als het gaat om – volgens een nieuwsbrief over dat onderwerp – ‘de omgang […] met personen of organisaties uit het netwerk die iets willen van de wethouder’.
Vriendjes matsen
Met dat citaat vatten we meteen een lastig thema bij de hoorns. Inwoners en hun volksvertegenwoordigers vinden het plezierig dat wethouders een flink netwerk hebben. Maar tegelijkertijd mogen ze mensen uit dat netwerk niet matsen. De scheidslijn is dun.
Verder gaat de verordening over hoe wethouders omgaan met vertrouwelijke informatie. En wat de zakelijke belangen zijn van de beoogd wethouder. Ook moet in de verordening iets worden vastgelegd over ‘het verschil tussen het eigen morele kompas en dat van de publieke opinie’. Waarmee we weer bij die varkensboer, die verjaardag, de formatiegesprekken en die minister en zijn schoonmoeder zijn.
VOG voor wethouders
Gelukkig hoeven we op lokaal niveau niet alles te bepalen. De wet regelt straks naar verwachting een verplichte VOG voor wethouders, regels met betrekking tot onverenigbare betrekkingen, verboden handelingen en verplichte stemonthoudingen bij collegevergaderingen. ‘Sorry, dit agendapunt gaat over mijn beste vriend. Ik ga even plassen.’
Ook nieuw: er komt bij de benoeming van een wethouder een verplichte risicoanalyse met betrekking tot integriteit. Hart is er blij mee.