‘Het minst begrepen dorp van Meierijstad’, noemde Hart ooit Veghel. Want Meierijstad heeft twaalf dorpen en één dorpse stad. Of was het nou een stads dorp?
In deze serie proberen we de dorpen te beschrijven zoals ze nu zijn en beschrijven we lang vervolgen tijden. Maar voor Veghel voldoet een bezoekje aan het Kloosterkwartier om zowel verleden als heden te leren kennen.
Congregatie
Als Bernardus van Miert in 1840 pastoor van Veghel wordt, beseft hij al snel dat er daar een hoop te doen is. Veghel is in die tijd dankzij de nieuwe Zuid-Willemsvaart al behoorlijk welvarend, maar tegelijkertijd zijn er veel landlopers en bedelaars. En dan is er nog het gebrek aan onderwijs voor kinderen van arme ouders en voor meisjes.
Van Miert haalt voor dat onderwijs zusters naar Veghel, bouwt een gesticht en vervolgens een zelfstandige congregatie. Zijn Roosendaalse nicht Teresia van Miert wordt de eerste moeder overste. Ze neemt vriendinnen mee naar Veghel en zo krijgt het Roosendaalse klooster een nevenvestiging in Veghel.
Dat klooster ontwikkelt zich tot het hart van de congregatie Zusters Franciscanessen. Dankzij architect Pierre Cuypers wordt het een mooi hart – niet lang daarna zal de ontwerper nationaal doorbreken als architect van met name religieus vastgoed. Begin tweede helft van de negentiende eeuw is ‘Veghel’ zijn grootste opdracht tot dan toe.
Verhalen
De zusters die er in 2021 nog wonen, beseffen dat het doek voor het klooster bij gebrek aan aanwas valt. Maar het goede werk dat ze ruim anderhalve eeuw deden, hoeft daarmee niet te stoppen. ‘Verhalen die doorgaan’, heet het masterplan dat voor het Kloosterkwartier is gemaakt en dat gaat onder meer over maatschappelijke zorg en welzijn.
En dus komt Leefgoed in het Kloosterkwartier, het nieuwe epicentrum van zorg en welzijn in Veghel. Gemeente, PIM, Ons Welzijn en nog wat andere organisaties zijn er binnenkort paraat om mensen bij te staan.
We staan hier wat langer bij stil omdat Veghel – ook door Hart ja – nogal snel en nadrukkelijk wordt geassocieerd met bedrijvigheid. Met bedrijventerreinen die alsmaar groter en groter worden en het dorp zowat omsingelen.
Juiste balans
Die aandacht mag er zijn, want Veghel leverde sinds de aanleg van het kanaal en de haven een economische prestatie van formaat. In Schijndel werken al meer mensen dan de werkende bevolking groot is, maar in Veghel werken zelfs meer mensen dan er in het hele dorp wonen. Indrukwekkend.
[tekst gaat verder onder de foto]
Veghelaren werden er terecht zelfbewust van. Veghel gelooft in Veghel en realiseerde een stads dorp. Soms steeg het bestuurders even naar het hoofd en moest het gemeentehuis ineens stadhuis heten. Of in een folder stond plotsklaps dat Veghel de tiende zakenstad van Nederland was. Niks van waar natuurlijk.
Maar binnen Meierijstad vindt Veghel langzaam de balans. Het blijft ontegenzeggelijk de, terecht trotse, economische motor van de regio en heeft met de Noordkade ontegenzeggelijk stedelijke allure. Maar in het nieuwe bestuurlijke verband durft Veghel ook weer dorp te zijn en groeit de politieke aandacht voor zorg en welzijn. Met het Kloosterkwartier als een van de uitkomsten daarvan.
En het stadhuis heet sinds 2017 weer gemeentehuis.
[onder de foto volgt nog een kader]
Dit is de elfde aflevering in de dertiendelige serie over de dorpen van Meierijstad. Eerder verschenen afleveringen over Boerdonk, Boskant, Wijbosch, Mariaheide, Sint-Oedenrode, Nijnsel, Zijtaart, Keldonk, Erp en Olland.
De volgende aflevering verschijnt woensdag en gaat over Eerde.