Inwoners van de voormalige gemeente Sint-Oedenrode ontvingen sinds de start van Meierijstad per inwoner ruim zeven keer zo veel geld voor voorzieningen als Schijndelaren. Dat blijkt uit onderzoek van Hart.
Aanleiding voor het onderzoek is de kadernota die het College aan de gemeenteraad aanbood. In die nota staan de plannen voor volgend jaar. Afhankelijk van de reacties van de raad komen die plannen dit najaar in de begroting 2022.
Wat opvalt is dat de meest kostbare plannen betrekking hebben op een weg van € 10 miljoen en diverse scholen – en dat al die projecten buiten de voormalige gemeente Schijndel liggen.
Maar was dat voorgaande jaren eigenlijk niet precies zo?
Doorspitten
Hart spitte alle begrotingen, tussentijdse rapportages en jaarrekeningen sinds 2017 door op investeringen en andere uitgaven die specifiek zijn voor één kern.
Een schoolgebouw, zwembad, multifunctionele accommodatie, een specifieke weg – van die dingen. In het kader onderaan dit artikel een uitleg over de onderzoeksmethode.
Uitgaven die ten goede komen aan alle dorpen en inwoners telden we niet mee. Denk daarbij aan Wmo, sportsubsidies, jeugdhulp en dergelijke.
Profijt
Overigens geldt ook hier dat het profijt per kern wisselt. Zo is er de kwaliteit van het wegenonderhoud bij de fusie geharmoniseerd. In Schijndel werd het wat lager en in Sint-Oedenrode ging het vooruit.
[Tekst gaat verder onder de foto]
De Schijndelseweg in Sint-Oedenrode kreeg onlangs nieuw asfalt.
Ook met betrekking tot de huur van sportaccommodaties en subsidies aan sportclubs ging vooral ‘Rooi’ erop vooruit.
De resultaten van het onderzoek zijn in de download hierboven te zien. Samengevat: Een Rooienaar ontving gemiddeld € 1.910, een Veghelaar € 1.320 en een Schijndelaar moest het doen met € 270.
En dus ‘kregen’ Rooienaren ruim zeven keer zo veel als Schijndelaren. Veghelaren profiteerden bijna vijf keer zo veel als inwoners uit Schijndel.
[Tekst gaat verder onder de grafiek]
De kosten voor Omnipark Erp bedragen omgerekend per Erpenaar namelijk maar liefst € 2.828 en dat is exclusief de voorbereidingskosten.
Schuld
Hart keek ook naar de verschillen tussen de voormalige drie gemeenten. Waarbij we er niet omheen kunnen om de financiële posities van die gemeenten daarbij te betrekken.
De gemeenten Veghel en Sint-Oedenrode stonden er vlak voor de fusie slecht voor. In Veghel was een te actief grondbeleid de oorzaak – de gemeentelijke schuld omgerekend per inwoner was hoger dan die van de staatsschuld. Sint-Oedenrode zat knijp vanwege een te groot ambtenarenkorps.
Uit het onderzoek van Hart blijkt dat de inwoners van juist die twee voormalige gemeenten het meest worden verwend. Wat het nog wranger maakt: een groot deel van de investeringen in Schijndel zijn noodzakelijk vanwege de fusie. Sint-Oedenrode behield het bestuurscentrum en Veghel het gemeentehuis, voor Markt 20 in Schijndel moest een nieuwe bestemming worden gevonden.
De kadernota, de aanleiding voor het onderzoek van Hart, wordt op 1 en 8 juli besproken door de gemeenteraad. Die vergaderingen worden steeds gehouden in het bestuurscentrum en beginnen om 19.30 uur. Ze zijn hier online te volgen.
Hoe deden we het onderzoek?
Hart raadpleegde voor dit artikel de begrotingen 2018 tot en met 2021, de kadernota die voorafgaat aan de begroting 2022, de jaarrekeningen vanaf 2017 en de tussentijdse rapportages.
In de begrotingen zijn steevast zogeheten ontwikkelambities van het beschreven jaar opgenomen. In totaal gaat het om ongeveer zeventig plannen.
Een deel daarvan heeft betrekking op alle kernen, op de hele gemeente dus en die zijn in dit artikel niet verwerkt. Hart concentreerde zich op uitgaven die specifiek ten goede komen aan één bepaalde kern.
Discutabel
Discutabel waren de kosten voor de aanpassing van N279, de geplande viering van 200 jaar Zuid-Willemsvaart, de optimalisatie van het bestuurscentrum in Sint-Oedenrode en extra subsidies voor De Blauwe Kei.
Hart labelde deze investeringen als ‘niet voor één kern’. Ze zijn dus niet opgenomen in de berekening. Voor al deze kosten geldt dat ze mogelijk aan een of meerdere kernen zijn te koppelen, maar toch echt een bovenlokale functie hebben.
Behalve de begrotingen heeft Hart ook de jaarrekeningen van voorgaande jaren onder de loep genomen. Voor dit overzicht beperkte de speurtocht zich tot de bestedingen van de positieve resultaten, zeg maar winsten, uit die jaaroverzichten.
Bij de berekening van investeringen per inwoner maakte Hart gebruik van het overzicht van inwoneraantallen van Wikipedia.
Hart deed erg haar best, maar acht het niettemin mogelijk dat soms uitgaven over het hoofd zijn gezien.