De gemeente zou eerst snel hulp moeten bieden als dat nodig is en dan pas uitzoeken wie waarvoor verantwoordelijk is. ‘Hart voor Schijndel’ hoopt dat het College dit idee wil overnemen en een plekje wil geven in haar ‘strategische visie sociaal domein’.
De brandweer rukt uit als er brand is. Geen spuitgast die op het idee komt om eerst uit te zoeken hoe het met de brandverzekering zit. Of om eerst het onderzoek van de politie af te wachten naar mogelijke brandstichting. Er moet geblust, de rest komt later wel.
Omgekeerde toets
Een vergelijkbare gedachtegang ligt ten grondslag aan de ‘omgekeerde toets’, bedacht door het kennisinstituut Stimulanz. De toets begint met een snel onderzoek naar wat nodig is en of oplossingen matchen met de ‘grondwaarden’ van de wet. Bij de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening is die grondwaarde bijvoorbeeld: ‘Ondersteuning bij financieel beheer’. En dus moet daar de prioriteit liggen, andere zaken (‘We gaan u leren hoe u zelf verantwoordelijkheid kunt dragen voor uw financiën, meneer’) komen later wel.
Deze aanpak is niet alleen plezierig voor vragen met betrekking schulden, maar ook voor de Wmo, jeugdhulp, Participatiewet en armoedebestrijding. En het gaat niet alleen om de vraag wie voor welke hulp verantwoordelijk is, het gaat ook om de vraag óf hulp geboden moet worden. Ook die vraag wordt pas beantwoord nadat de dienstverlening is geregeld.
Kastje en muur
‘Hart’ deed ambtelijk navraag naar de mogelijkheden van zo’n omgekeerde toets en kreeg te horen dat de gemeentelijke medewerkers er ‘gecharmeerd’ van zijn. Maar tegelijkertijd hoeven we niet op snelle actie te rekenen – een en ander wordt meegenomen in een opleidingsplan. En dat is wat anders dan ‘Goed idee, gaan we doen!’
Jammer, want ook in Meierijstad leidt gehannes over ‘wie is waar verantwoordelijk voor’ en ‘Van welk kastje kunnen we een cliënt naar welke muur sturen?’ tot rotsituaties. We verwijzen graag naar zo’n lokale casus én naar een rapport van de Ombudsman. Lees dit: ‘Rapport Ombudsman lokaal erg herkenbaar‘.
Dashboard
We vragen nu opnieuw aandacht voor het thema omgekeerde toets en doen dat naar aanleiding van de agenda van de raadsvergadering van 20 september. Dan staat de ‘strategische visie sociaal domein’ op de agenda. Geen idee wat daar instaat, want de stukken hebben we nog niet ontvangen. Wat we al wel weten is hoe College en ambtenarij nu presteren op het gebied van sociale dossiers.
Afgelopen voorjaar nog kregen we een overzicht, het zogeheten ‘dashboard sociaal domein’. En hoewel we in het algemeen best tevreden zijn over hoe wethouders Eus Witlox (Wmo, Team Meierijstad) en Menno Roozendaal (Jeugdzorg en Participatiewet, PvdA) het doen, leidt dat dashboard tot enkele kritische kanttekeningen.
Uitkering
Zo vinden we het maar niks dat de gemeente zich in 2017 vooral stortte op werklozen met een uitkering die gemakkelijk aan een baan te helpen zijn. Juist in een tijd dat het goed gaat met de economie, moeten overheid en werkgevers zich toch met succes ook kunnen inspannen voor andere mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt?
We zijn verder bezorgd over het gebrek aan slagvaardigheid bij het vinden van beschut werk – van de twaalf mensen die daarvoor terecht aanklopten, konden gemeente en SW-bedrijven er vorig jaar maar zes van dienst zijn. Bij de schuldhulpverlening zien we iets soortgelijks: 243 mensen deden er vorig jaar een beroep op en begin januari zaten daarvan nog zeventig kandidaten in de wachtkamer. Juist voor hen kan de ‘omgekeerde toets’ helpen.
Rapportcijfer 5,2
Tot slot moeten we het nog hebben over de tevredenheid van mensen die Wmo-diensten, zoals huishoudelijke hulp, krijgen. Ze geven de gemeente het rapportcijfer 7,4. ‘Hart’ twijfelt aan dat cijfer en dat heeft twee redenen. Op de eerste plaats blijven mensen buiten schot die tevergeefs om hulp vroegen. Tien tegen een dat zij geen 7,4 hadden gegeven. Op de tweede plaats vermoeden we dat de doelgroep terughoudend is om kritisch te zijn bij een onderzoek dat in opdracht van de gemeente wordt uitgevoerd. De ondervraagden zijn afhankelijk van de gemeente en dat kan leiden tot zelfcensuur – tot niet durven te zeggen wat men echt vindt.
We vinden ons gelijk in een onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland. Die organisatie ondervroeg 26.000 mensen en dat leidde tot het rapportcijfer 5,2 voor het contact met de gemeente door mensen die hulp of hulpmiddelen nodig hadden. Een op de drie mensen met een zorgvraag geeft aan dat zij niet de hulp of hulpmiddelen kregen die bij hun situatie passen. De meest genoemde reden is dat er geen geld voor was (41 procent) of dat ze er niet voor in aanmerking kwamen (37 procent).
Hulp
Daarmee zijn we weer terug bij het begin van dit stuk. Gemeenten zouden rap hulp moeten geven en daarna pas uitzoeken of het terecht is en zo ja, wie daarvoor moet opdraaien.
De visie op het sociaal domein wordt op 13 en 20 september besproken in achtereenvolgens de raadscommissie en de gemeenteraad. De vergaderingen worden gehouden in het bestuurscentrum in Sint-Oedenrode en beginnen om 19.30 uur.