zondag
22 dec
Het mag wel een tandje minder met de bedrijvigheid in Meierijstad. Waar kun je die mening beter kwijt dan in een magazine voor Meierijstadse bedrijven? En dus trok Hart de stoute schoenen aan.
Preken voor eigen parochie is gezellig, maar het is effectiever om juist andere parochies op te zoeken. Hart klopte aan bij de redactie van het lokale ondernemersmagazine Bedrijvig Meierijstad – of het in dat blad alsjeblieft een keer kon gaan over de keerzijde van al dat ambitieus ondernemen.
Debat
De redactie bood die mogelijkheid en organiseerde een debat tussen voorzitter Herman Molenaar van het Platform Ondernemers Meierijstad en fractievoorzitter Laurens van Voorst van Hart. Aan de hand van vijf stellingen gaven Herman, in het dagelijks leven de baas van Vanderlande in Veghel, en Laurens hun mening over het belang en de bijwerkingen van de lokale bedrijvigheid.
‘Het is jammer dat het niet tot een persoonlijk treffen kwam en dat we onze reacties per mail indienden’, blikt Laurens op het ‘gesprek’ terug. Maar het is fijn dat Hart in het hol van de leeuw ondernemers mocht wijzen op wat ze aanrichten.’
Natuur bedreigd
Want dat is nogal wat: mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt komen er onvoldoende aan te pas bij het bedrijfsleven, de verkeersoverlast groeit, de werkgelegenheid komt vooral ten goede aan buitenlandse arbeidskrachten en die winnen daarbij de concurrentie van autochtonen die wél fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden willen, de milieueffecten zijn bezwaarlijk en de natuur wordt bedreigd – bij dat laatste denken we vooral aan het Wijboschbroek, waarvan het POM stukjes willen opofferen om bedrijventerreinen beter bereikbaar te maken.
En het dreigt allemaal nog veel erger te worden. ‘Meierijstad is nog lang niet vol’, dreigt de Vanderlande-CEO in het artikel. Volgens hem heeft Meierijstad ‘ruimte genoeg voor economische groei’. En dat ‘individuen ook overlast kunnen ervaren van een bloeiende economie, zoals verkeer en geluid, is helaas ook een feit’.
Het hele artikel is hier te lezen. Doorbladeren naar pagina 34.
