De prestaties van de gemeente Meierijstad op het gebied van het zogeheten sociaal domein zijn de ultieme lakmoesproef van de fusie. Resultaat van de fusie: het gaat steeds beter en tjonge, wat moet er nog veel gebeuren.
Afgelopen donderdag vertelde een mevrouw namens de gemeente dat Meierijstad verhoudingsgewijs minder uitkeringsgerechtigden heeft dan in de rest van de regio. Dat zal best, maar ondanks de economische voorspoed zijn er meer mensen met een bijstandsuitkering dan vlak voor de fusie in de voormalige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Feit is dat de drie gemeenten in de laatste maand van hun zelfstandig bestaan samen 770 inwoners hadden met een bijstandsuitkering. Eind maart 2019 waren dat er 887.
De uitkeringen worden betaald in het kader van de Participatiewet en de uitvoering van die wet is één van de drie onderdelen van het sociaal domein. De andere onderdelen zijn de jeugdhulp en de Wmo. Samen vormden ze de reden voor de fusie van de drie gemeenten. De nieuwe taken op die gebieden zijn zo fors dat de ambtenarenkorpsen samengevoegd moesten worden, zo beweerden de architecten van het nieuwe Meierijstad.
Rekenkamer
Tijdens enkele presentaties in het bestuurscentrum in Sint-Oedenrode zou het afgelopen donderdag gaan over de manier waarom inwoners bij de benodigde zorg en hulp terechtkomen. In het jargon van de gemeente: ‘de toegang tot het sociaal domein’.
Een boeiend thema, omdat uit een onderzoek van de Rekenkamer blijkt dat het College is vergeten die toegang opnieuw te organiseren. In Rooi gebeurt het nog zoals het voorheen in Rooi gebeurde, in Schijndel zoals het in Schijndel ging en in Veghel – enfin, u snapt het wel.
Betrokken
Maar daar ging het dus niet over. In plaats daarvan kregen de volksvertegenwoordigers boeiende inkijkjes in de complexe materie waar ambtenaren en andere hulpverleners dag in dag uit mee te maken krijgen. We stelden al luisterend vast dat we in Meierijstad beschikken over enorm betrokken dames en heren die erg hun best doen voor hun klanten.
Maar we hoorden ook wat we vorig jaar en twee jaar geleden ook al hoorden. Dat de ambtenaren proberen niet langer uit te gaan van hun eigen strakke ‘systeemwereld’ maar van de leefwereld van de inwoners. We betwijfelen of dat ooit gaat lukken. De overheid is niet ingericht om maatwerk te leveren. Integendeel zelfs: gemeenten en andere overheden moeten zich juist controleerbaar houden aan wetten, regels en afspraken.
Speelruimte
Sociale ondernemingen, stichtingen en coöperaties hebben de speelruimte die gemeenten nooit zullen krijgen. En dus is het soms handig om geld en verantwoordelijkheid aan deze organisaties over te dragen. Ze werken, net als de gemeente, zonder winstoogmerk en dus blijft er niet van alles aan de strijkstokken hangen.
Werken binnen strakke kaders en uitgaan van de wereld van klanten – het blijft een gedoe. Zoals een ambtenaar zei: ‘We leren nog elke dag bij’. Een collega van die ambtenaar: ‘We zijn nog wel een paar jaar bezig voordat we zijn waar we willen zijn’.
Compliment
Het neemt niet weg dat de gemeente stappen voorwaarts zet. Dat blijkt ook uit de reacties die Hart ongevraagd van inwoners krijgt. Niet alleen ontvangen we minder klachten, we werden laatst zelfs gebeld door een Meierijstedeling die een compliment uitdeelde. ‘In het verleden heb ik jullie een paar keer gebeld met klachten over de uitvoering van de Wmo. Ik wilde even laten weten dat het tegenwoordig prima gaat. Dat mag ook wel eens gezegd.’
Nou nog even de uitkeringscijfers op het niveau van december 2016 brengen.