Gemeente en inwoners raken met elkaar in de knoop. Regels, wetten, gemeentelijke taken en wensen en behoeften van inwoners zitten elkaar meer en meer in de weg. Een analyse en een uitnodiging om met ons mee te denken.
Gelezen in een uitnodiging voor een door de gemeente Meierijstad georganiseerde bijeenkomst: ‘Niet de wetten en de regels zijn leidend in deze verordening sociaal domein, maar de hulpvraag van de inwoner’.
De avond ging niet door. En hoewel daar praktische redenen voor waren, is het bijna symbolisch voor de worsteling van de lokale overheid als het gaat om de combinatie mensen en regels. Of, zoals dat in het jargon van beleidsmakers heet, tussen de systeem- en de leefwereld.
Vaststelling 1. De gemeente is er voor alle inwoners én voor die ene individuele inwoner. Die twee dingen gaan slecht samen
De worsteling is, wat Hart betreft, terug te voeren op de twee afspraken: 1. de overheid, en dus ook de gemeente Meierijstad, is van alle inwoners en is er voor alle inwoners; 2. de overheid moet volgens heldere, eerlijke regels werken en de uitvoering van die regels moet controleerbaar zijn.
Voor wie nog twijfelt over punt 2: de overheid moet eerlijk zijn en dus wordt een invloedrijke projectontwikkelaar bij de aanvraag van een bouwvergunning hetzelfde behandeld als een particulier die een aanbouw van zijn of haar rijtjeshuis overweegt. In beide gevallen wijst een wethouder of ambtenaar op de regels. ‘Ja Stefan, die gelden ook voor jou.’
[tekst gaat verder onder de foto]
‘Nee, ik mag, kan en wil jou niet voortrekken.’
Lees nu, na de kennismaking met afspraken 1 en 2 nog eens die tekst uit de uitnodiging van de bijeenkomst die niet doorging: ‘Niet wetten en regels zijn leidend […], maar de hulpvraag van de inwoner.’
Geen idee wie het bij onze gemeente opschreef, maar het idee is zowel onwenselijk als onmogelijk. Uiteindelijk moeten zelfs wethouders en ambtenaren die door ruiten en roeien gaan, zich neerleggen bij de grenzen van hun bevoegdheden en die grenzen worden bepaald door wetten en verordeningen. Het leidt ertoe dat er van het zo vaak beloofde individuele maatwerk weinig komt. Omdat uiteindelijk wetten heilig zijn.
En nee, het afschaffen van die regels is geen oplossing. Want op de keper beschouwd is elke regel ooit vastgesteld vanwege een verstandig publiek of algemeen belang. En dat belang wint het van het persoonlijk belang.
(Weet u meteen waarom dat medicijn van een miljoen voor die ene patiënt niet wordt vergoed door de verzekeringsmaatschappij.)
Vaststelling 2. De les van de toeslagenaffaire: wetten zijn wel degelijk leidend.
En ja, zo nu en dan blijkt een wet of regel meer kwaad dan goed te doen – dat is het moment om zo’n formele afspraak te herzien. Het is nooit een reden om wetten te overtreden. Om vanwege ‘de hulpvraag van de inwoners’ wetten en regels te negeren, zoals de uitnodigingstekst suggereert.
Moet u nu ook ineens aan de toeslagenaffaire denken?
Hier en daar denken mensen dat het probleem van die affaire is dat wetten werden overtreden. ‘Ze hielden zich niet aan de wet’, brieste parlementariër Renske Leijten ooit. De werkelijkheid is dat, het geniepig achterhouden van memo’s daargelaten, wetten juist heel strikt werden uitgevoerd.
[tekst gaat verder onder de foto]
De toeslagenaffaire ging niet over het overtreden van een wet, zoals Renske Leijten beweert. Het ging juist over het uitvoeren van een mede door haar aangenomen onbarmhartige wet.
En dat die vreselijke wetten door de Tweede Kamer waren vastgesteld – ook Leijten stemde in de nasleep van de zogenaamde Bulgarenaffaire voor een bijna zero tolerance-wetgeving als het gaat om vermeende fraude. ‘De goeden zullen onder de kwaden lijden’, waarschuwde toenmalig staatssecretaris Frans Weekers nog. Tevergeefs.
Vaststelling 3. Zorg en hulp gaan over individuele mensen. Gemeenten zijn daar niet goed in.
Terug naar de gemeenten. Waaronder de gemeente Meierijstad. Daar is de worsteling tussen mensen en regels minder explosief dan in de toeslagenaffaire, maar ondanks dat wel zichtbaar. Dat komt vooral omdat de gemeente steeds meer met individuele inwoners van doen heeft.
Een van de oorzaken is dat de gemeente sinds 2015 verantwoordelijk is voor meer sociale taken, zoals die op het gebied van werk, dagbesteding, welzijn, zorg en jeugdhulp.
En hoeveel algemene beleidsafspraken er ook worden gemaakt, uiteindelijk leidt het ertoe dat ambtenaren met individuele inwoners aan tafel zitten. Over bijvoorbeeld een traplift, een baan, bijstand, opvoedingsondersteuning, schuldhulpverlening en afkickproblemen.
Het komt er bij die gesprekken op neer dat een ambtenaar (of namens die ambtenaar een gesubsidieerde welzijnswerker of zo) vanuit de wereld van regels de wereld van de inwoners binnenwandelt.
Daar aan de keukentafel van de inwoner, waar de zogeheten keukentafelgesprekken worden gehouden, komen de systeem- en leefwereld samen.
Stel u hierbij geen halsstarrige pennenlikkende bureaucraat voor tegenover een ineengedoken verschoppeling. Dat zijn karikaturen. Wie er voor kiest om binnen het openbaar bestuur iets in het sociaal domein te doen, heeft doorgaans een warm kloppend hart dat ook nog eens op de goede plaats zit.
[tekst gaat verder onder de foto]
Heeft mevrouw recht op een rolstoel en andere hulpmiddelen? Om dat vast te stellen zijn zogeheten keukentafelgesprekken nodig.
Hart heeft kennis mogen maken met behoorlijk wat van die ambtenaren en aan hen gerelateerde welzijnswerkers. En echt, we troffen vrijwel altijd zeer gepassioneerde, betrokken dames en heren aan die tot het gaatje willen gaan voor de kwetsbare mensen waar ze voor opgesteld zijn.
Maar als het puntje van de zorg bij het paaltje van de lokale overheid komt, zijn er mitsen, maren en ‘tenzijs’. Die gaan niet alleen over wat er ooit in verordeningen is vastgesteld. Het gaat ook over de beperkingen van tijd en geld.
‘Zeg Marie, ben jij nu echt al 47,5 uren bezig geweest met meneer Jansen? Je weet dat er nog 61 andere burgers op je zitten te wachten? En dat het met onze gestandaardiseerde beslisboom zo ingewikkeld niet is om te bepalen waar iemand recht op heeft?’
Wat er ook in die uitnodiging uit het begin van dit artikel stond: niet de hulpvraag van inwoners is uitgangspunt, dat zijn uiteindelijk de randvoorwaarden waarbinnen de gemeente moet werken. Die voorwaarden gaan over tijd, geld en verordeningen.
Mogelijke oplossing volgens Hart:
Gemeente, besteed individuele hulp uit aan ‘tussenruimten’. Aan stichtingen en andere organisaties die niet binnen de strenge overheidsregeling vallen en dus wel tot het gaatje kunnen gaan.
Vaststelling 4. Inwoners voelen zich (ten onrechte) steeds vaker klant van de gemeente.
Tot zover het sociaal domein. De worsteling van de overheid met inwoners is ook zichtbaar op andere terreinen waarop de gemeente actief is. Zo is er de rol van de gemeente als dienstverlener.
Wie een bouwvergunning aanvraagt, voelt zich tegenwoordig meer dan tientallen jaren geleden een klant. De klant eist, de gemeente wordt als leverancier geacht te leveren.
[tekst gaat verder onder de foto]
De gemeente die de rode loper uitlegt voor ondernemers en inwoners, is dat wat we willen?
Wat dat betreft lijkt de gemeente een beetje op een door boeren opgerichte agrarische corporatie die mengvoer levert. De afnemers zijn zowel klanten als eigenaar van de corporatie. Als het voer duur is, kost dat boeren veel geld. Is het voer juist heel goedkoop, dan daalt de winstuitkering.
Een beetje boer snapt dat. Voor inwoners is de band met hun gemeente minder duidelijk. Inwoners zijn soms in staat tegelijkertijd te pleiten voor lagere OZB en beter (dus duurder) wegenonderhoud.
Mogelijke oplossing volgens Hart:
Maak de gemeentelijke begroting op dorps- of wijkniveau en geef inwoners invloed daarop. Laat inwoners zo ervaren wat de gevolgen van bepaalde keuzen zijn. En hoe belastingen en gewenste uitgaven met elkaar te maken hebben.
Vaststelling 5. Inspraak leidt tot verwachtingen. En dus tot teleurstellingen.
En dan is er nog de roep om inspraak. Inwoners willen terecht gehoord worden en verwachten net zo terecht dat er met hun inbreng iets wordt gedaan.
[tekst gaat verder onder de foto]
Als inwoners worden uitgenodigd hun mening te geven, dan verwachten ze dat daar wat mee gebeurt.
Het brengt wethouders in een lastig parket: de ene burger wil af van glyfosaat op gemeentelijke akkers en de ander wil dat juist wel toestaan. Wat het besluit ook wordt: een van de twee is boos. De boze burger krijgt in de krant meer aandacht dan de blije en zo ontstaat een beeld van een gemeente die inwoners het leven zuur maakt. Zo groeit de kloof tussen de lokale overheid en de inwoners.
Mogelijke oplossing volgens Hart:
Laat kemphanen er met elkaar uitkomen in plaats van naast elkaar tegen de gemeente te scanderen. Laat hen samen ervaren dat de één het mogelijk niet wint van de ander. En dat het, net als in de politiek, nodig is compromissen te sluiten. Om te geven en te nemen.
Wat u zojuist las is niet van alle tijden. Het is een ontwikkeling die vanaf de jaren zeventig door welvaartsgroei en bijkomende emancipatie opkwam en vanaf 2015 werd versterkt door nieuwe gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden.
Het is uitgegroeid tot een actueel, urgent en belangrijk onderwerp. Of we dat onderwerp maar toe willen voegen aan het lijstje van andere relevante thema’s. Op dat lijstje staan al de schaarse ruimte, woningnood, duurzame energieopwekking en dreigend geldgebrek bij de gemeente.
Het zou goed zijn dat wij, inwoners, beseffen dat de gemeente niet alleen voor ons is bedacht, maar dat we vooral samen de gemeente zijn. Dat de gemeente Meierijstad onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is.
Vaststelling 6. Het wordt de hoogste tijd dat u meepraat en meedenkt over de rol van de gemeente en over de relatie gemeente-inwoners. Mail Hart of deel uw mening via sociale media. We reageren altijd, als het even kan door u uit te nodigen voor een kop koffie.