Senioren laten het sociaal wijkteam links liggen en kiezen steeds vaker voor de traditionele toegang tot zorg en hulp. Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse Verenging van Doktersassistenten, NVDA. De uitkomst van het onderzoek sluit aan bij de visie van ‘Hart voor Schijndel’.
Nadat enkele jaren geleden een paar gemeenten het sociaal wijkteam bedacht als toegang tot de zorg, werd dat idee door 88 procent van de gemeenten overgenomen. Dat is opmerkelijk, aangezien er toen nog geen onderzoek was gedaan naar het effect van die teams. Inmiddels groeit het aantal signalen dat de teams matig functioneren. Dat heeft onder meer van doen met het gebrek aan specifieke kennis van de medewerkers.
Huisarts
Opmerkelijk is dat ouderen met vragen over de Wmo, toch zo ongeveer de ‘core business’ van de wijkteams, naar de huisarts gaan. De onderzoekers vroegen aan de assistenten waarom de ouderen vaker kiezen voor huisartsenzorg. Daaruit blijkt dat de senioren de dokter het meest vertrouwen als het gaat om een indicatiestelling voor (Wmo-)zorg en om contact met de gemeente te onderhouden. Andere onderwerpen die veelvuldig in de spreekkamer aan bod komen zijn eenzaamheid, isolement en een gebrek aan mantelzorg of sociaal netwerk. Stuk voor stuk zaken waar het sociaal wijkteam een rol voor zichzelf had bedacht.
‘Hart voor Schijndel’ pleit er voor in Meierijstad de traditionele toegangen tot de zorg te versterken en dan vooral de huisartsenpraktijken. Ook wil de partij investeren in sociale netwerken. Samen maken ze de toegang tot de zorg via het sociaal wijkteams overbodig.