Drie bewoners van resort De Molenheide klopten afgelopen week afzonderlijk van elkaar aan bij Hart. Aanleiding zijn brieven van de gemeente over hun gedwongen vertrek.
Helemaal verrassend is de actie van de gemeente niet. Eind 2020 stelde de gemeenteraad tot verdriet van Hart een visie vast over het gebied waarin de camping ligt en daarin staat dat de camping weer camping of in ieder geval recreatieterrein moet worden. En dus geen plek om permanent te wonen.
Met lede ogen
Hart moet met lede ogen aanzien dat dit plan ondanks de enorme woningnood nu wordt uitgevoerd. En stelt trouwens vast dat de gemeente het best netjes aanpakt. Zo wordt per huishouden bezien wanneer ze hun chalet moeten verlaten en waar ze dan heen gaan. Er komen dus individuele trajecten.
[tekst gaat verder onder de foto]
De postkamer van Resort De Molenheide.
Ook netjes: de gemeente laat mensen die er voor oktober 2020 al woonden voorlopig ongemoeid – eerst gaat het om mensen die na het raadsbesluit hun intrek namen. Mensen dus, die hadden kunnen weten dat hun bewoning in strijd is met een nog redelijk vers besluit.
En toch zit het Hart niet lekker.
Laurens van Voorst, fractievoorzitter van Hart, steunt de strijd tegen malafide praktijken op de camping, maar nam het in september 2020 al voor de bewoners op. Het gaat, zei hij toen tijdens een raadsvergadering, om ‘mensen die niet beter wisten dan dat de gemeente het wel best vond dat ze daar wonen’.
Hypotheek
‘Mensen die tot enkele jaren geleden zelfs recht op huursubsidie hadden als ze van een ander huurden. Mensen die in 92 procent van de gevallen heel correct zijn te vinden in de basisadministratie van de gemeente. Mensen die zelfs heel legaal een hypotheek bij de lokale Rabobank kregen. […] In de hypotheekakte staat dat permanente bewoning niet mag, tenzij de gemeente het gedoogt. En dat is precies wat al tientallen jaren het geval is.’
Hart werd afgelopen week nog eens met de neus op de harde feiten gedrukt. Mensen zijn ernstig bezorgd. Laurens hoorde ronduit dramatische verhalen van mensen die geen idee hebben hoe het nu verder moet.
Zoals van iemand die vreest dat door het woonverbod de waarde van zijn chalet onder de hypotheekwaarde komt te liggen. Dat leidt tot een restschuld. ‘En dacht u trouwens werkelijk dat ik hier woonde als ik elders een betaalbaar huis kon vinden? Ik streek hier neer omdat ik nergens anders terecht kan!’
Hart vertrouwt erop dat het College deze verhalen ‘achter de chaletvoordeur’ kent. Zoals Hart er ook op vertrouwt dat het College zachtmoedig te werk gaat.
Slapeloosheid
Het neemt niet weg dat er mensen zijn die hun eerste gesprekken pas over een jaar of wat krijgen en eerder duidelijkheid en hulp wensen. Omdat ze niet een jaar of wat aan slapeloosheid willen leiden. Hart heeft daarom vragen aan burgemeester Kees van Rooij gesteld hierover.
Hieronder het betoog dat Hart anderhalf jaar geleden hield. De fractie staat er nog steeds achter. En de vragen die we gisteren stelden.