De personeelskosten van het regionale ambulancevervoer waren in 2020 forser dan verwacht. Per abuis was een medewerker tot dat jaar geboekt op schoonmaakkosten. Een koddig detail uit een stapel serieuze stukken.
Wij van Hart zijn blij als we in verder best saaie en bij vlagen complexe jaarstukken op een leuk detail stuiten.
Uit: jaarrekening 2020 RAV Brabant WMN.
We fantaseren graag hoe de fout werd ontdekt. ‘Verrek Theo, jij bent een collega! We dachten jarenlang dat je een bezemkast was!’
Onder druk
Maar nu serieus. Hart keek uit naar de jaarrekening van ‘ons’ ambulancevervoer, want de laatste berichten van voorjaar 2020 stemden somber. In juni liet de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant WMN (west, midden en noord) weten dat corona de organisatie enorm onder druk zette.
Zo was het vooral in het zwaar door corona getroffen Noordoost-Brabant onmogelijk om binnen de wettelijke normen te blijven waarop ambulances ter plaatse moeten zijn. Hart was er toen vol begrip over. En stelde drie jaar geleden al vast dat het vaak gewoon niet sneller kán.
In de jaarrekening legt het bestuur van de RAV uit waarom het tijdens de eerste coronagolf zo lastig was op tijd bij een patiënt te zijn. Ambulances moeten na elk ‘corona-ritje’ worden schoongemaakt en minimaal een half uur gelucht. Verder moet het personeel steeds van beschermende kleding wisselen. Een ander oorzaak was het hoge ziekteverzuim in die tijd.
Personeelsgebrek
In de tussentijdse update liet het bestuur toen ook weten dat de aangesloten gemeenten zich niet al te erg moeten focussen op de normtijden. Een grotere zorg was immers het gebrek aan personeel. Omdat het niet lukt mensen van buiten aan te trekken, probeerde de organisatie met extra geld voor interne opleidingen collega’s om te scholen tot ambulancechauffeur of -verpleger.
Uit de jaarrekening blijkt dat dit niet helemaal is gelukt. Er werd zelfs minder geld aan opleidingen uitgegeven dan begroot. Dat komt trouwens ook door corona. Medewerkers konden een opleiding of training er niet bij hebben.
‘Door dit alles was er in 2020 een forse verslechtering van de prestaties’, schrijft het dagelijks bestuur, waarvan de Meierijstadse wethouder Rik Compagne een van de leden is.
Spoedeisende ritten
Wat die verslechtering betreft: in de tweede helft van het vorig jaar trok de RAV aardig bij en zo kwam het aantal overschrijdingen van de meest spoedeisende ritten (normtijd 15 minuten) voor heel 2020 in Noord op 8,7 %. Dat is boven de wettelijk toegestane overschrijding van tot 5,5 %. Maar het is flink beter dan de 12,2% overschrijding die alleen in Meierijstad in de eerste helft van dat jaar werd genoteerd.
Bij iets minder spoed bedraagt de normtijd 30 minuten. Ook hier is een overschrijding van 5,5% toegestaan. De RAV bleef ruim onder het percentage. Knap.
Naar kwaliteit
Tegelijk met de jaarrekening 2020 verscheen afgelopen week de begroting voor 2022. Ook daarin gaat het over de snelheid waarmee ambulances zijn waar ze moeten zijn. En ook in dit stuk relativeert het bestuur het belang daarvan. ‘Het zwaartepunt zal in de komende jaren verschuiven van tijdigheid naar kwaliteit van zorg.’
Die kwaliteit is er in het beleid op gericht dat verpleegkundigen steeds vaker mensen thuis helpen en zo een ritje naar het ziekenhuis voorkomen.
Financieel ziet de toekomst van de RAV er trouwens niet heel rooskleurig uit. Er zijn tot en met 2025 jaarlijks grepen in de reserves nodig om de boel rond te krijgen.
Weg met de markt
Het ambulancevervoer blijft van de overheid en daarmee van ons.
Dankzij een nieuwe wet hoeven de gemeenten het ambulancevervoer niet meer aan te besteden. ‘Een mooie ontwikkeling’, schrijft het bestuur van de Regionaal Ambulancevoorziening Brabant WMN. ‘De druk is enigszins van de ketel.’
Volgens die nieuwe wet is de RAV een dienst die het algemeen belang dient en daarom beschouwd wordt als ‘niet-economisch’. Hart hoopt dat nog veel meer belangrijke diensten dat predicaat krijgen. De marktwerking heeft immers meer kwaad dan goed gedaan.