De professionele jeugdhulp krijgt het alsmaar drukker met kinderen die lijden onder de gevolgen van een scheiding. Een nieuw initiatief helpt.
Mirjam van Esch en Wesley Maurix van Hart bezochten afgelopen donderdag een beeldvormende avond over de jeugdhulp in onze gemeente. Daar hoorden ze hoe geprobeerd wordt de vraag naar dure en ingrijpende jeugdhulp te verminderen met preventie.
Vechtscheidingen
Een voorbeeld zijn de zogeheten KIES-groepen, waarbij KIES staat voor Kinderen In Een Scheiding. Het goede nieuws is dat kinderen er daadwerkelijk van opknappen. Ze merken dat ze niet de enigen zijn die kampen met woede, verdriet en (vanzelfsprekend onterecht) schuldgevoel. Dat besef alleen al werkt helend, zo blijkt.
Het slechte nieuws is dat de groepen uitpuilen. Dat komt door de toename van, wat professionals noemen, complexe scheidingen. In gewone mensentaal: vechtscheidingen. Waarbij kinderen een scheiding nogal eens aanzien voor een vechtscheiding, terwijl de ouders denken dat ze heel netjes en beschaafd uit elkaar gaan.
[tekst gaat verder onder de foto]
Wesley Maurix en Mirjam van Esch
Ondanks de succesvolle KIES-groepen worden nog altijd veel kinderen doorverwezen. Daarbij gaat het niet alleen om de kinderen, maar ook om de scheidende ouders. Voor hen is er het Adviespunt Kind en Scheiding. Ouders kunnen daar in maximaal vijf gesprekken leren wat er op hen en hun kinderen afkomt en wat hen te doen staat.
Te snel
Overigens is het niet vanzelfsprekend dat jeugdhulp de mouwen opstroopt als er sprake van een scheiding is. In toenemende mate is er in beroepskringen en bij beleidsmakers discussie over de vraag waar de jeugdhulp zich wel en niet mee moet bemoeien.
Dat is niet verwonderlijk. In heel het land blijft de vraag naar jeugdhulp groeien. Dat kan zijn omdat kinderen en jongeren inderdaad steeds meer problemen ervaren, maar mogelijk wordt er voor hulp ook te snel naar professionals gekeken.
Hart-gemeenteraadslid Laurens van Voorst werkt als communicatieadviseur voor twee jeugdhulpregio’s buiten Brabant. Hij ziet dat daar dezelfde vragen worden gesteld. ‘Zien we niet te snel een probleem als zo ernstig dat de jeugdhulp in touw moet, terwijl het in werkelijkheid gaat over strubbelingen die gewoon bij het opgroeien horen?’
Onderwijs
Hart-fractievoorzitter Mirjam van Esch: ‘En dan is er nog de vraag of bepaalde zaken niet bij het onderwijs horen. Waarom zijn problemen met cijfers, dyscalculie, een zaak voor de scholen en problemen met letters, dyslexie, de verantwoordelijkheid van de jeugdhulp en dus van de gemeente?’
En nu we het toch over het onderwijs hebben: het blijkt profijtelijk om de jeugdhulp een plek te geven op de basisscholen. In Schijndel en Sint-Oedenrode gebeurt dat al. In Veghel, vanwege de voor-Meierijstadse historie van dat dorp wat onderontwikkeld als het om sociale zaken gaat, gaat het nu ook gebeuren met een pilot.
Sinds kort zijn jeugdwerkers actief op scholen voor voortgezet onderwijs en op andere plekken waar tieners en adolescenten zijn te vinden. Dat is hard nodig, leert de ervaring van de professionals in Meierijstad: alcohol, vapen, gamen en eenzaamheid blijken groeiende problemen. En dan is er nog de kwalijke invloed van sociale media op kinderen en jongeren.
Jeugdhulp weer op de schop
De jeugdhulp in Nederland gaat voor de zoveelste keer op schop. De Hervormingsagenda Jeugdhulp wil hulp (interventies in het jargon van beleidsmaker) die niet bewezen effectief is schrappen. Verder moeten trajecten korter, meer thuis en op school en dus met minder uithuisplaatsingen en een hoop problemen worden niet langer beschouwd als problemen waar professionals mee aan de slag moeten. Hier leest u er meer over.