zaterdag
23 nov
De kerstboomverbrandingen in Schijndel, Veghel-Zuid en Zijtaart zijn voor het laatst gehouden. De gemeente geeft geen nieuwe vergunningen meer af. Hart stelde vragen aan de wijkraad Plein die in Schijndel de verbranding organiseert.
Kerstboomverbrandingen komen voort uit de eeuwenoude traditie om het nieuwe jaar in te luiden met vreugdevuren. Zie het als een gewoonte om het oude jaar te verjagen door de brandstapel aan te steken en vervolgens weer te doven.
Vochtig
De gemeente Meierijstad staat het verbranden van snoeihout in het buitengebied niet meer toe. Het leidt namelijk tot gezondheidsklachten, milieuschade en overlast.
Snoeihout is nog groen en dus vochtig. Dat geldt ook voor de kerstboom. ‘Bij vochtig hout verloopt de verbranding onvolledig, omdat de temperatuur van de vlammen lager is door vrijgekomen waterdamp. Bij een onvolledige verbranding ontstaat meer rook met schadelijke stoffen, zoals roet en fijnstof’ zo leest Hart op de website van Kennislink.
Hoeveel schadelijke stoffen worden uitgestoten, is niet duidelijk. Zeker is wel dat er in korte tijd bij een kerstboomverbranding veel fijnstof en CO2 de lucht in gaat. Als het windstil is, dan heb je daar meer last van dan als er een fris briesje waait.
Plein
Raadscommissielid Jos Kaldenhoven stelde onlangs vragen aan wijkraad Plein in Schijndel, organisator van de verbrandingen in dat dorp. Jos kent die raad als betrokken bij het milieu. ‘De activiteiten van de wijkraad bij het opruimen van zwerfaval zijn daar een goed voorbeeld van’, zegt hij.
Juist daarom is Jos benieuwd hoe de wijkraad over de gevolgen van het afgekondigde verbod denkt. Hij oppert om de verbranding te vervangen door een gezellige inzamelactie. ‘De gemeente kan de bomen dan op één locatie ophalen. Dat kan een leuke activiteit voor de hele wijk zijn.’ De wijkraad denkt erover na.
In de loop van dit jaar wordt het evenementenbeleid besproken in de gemeenteraad. De kerstboomverbranding is daarvan een onderdeel. Wat Hart betreft is dit nou echt een thema waar we de creativiteit van inwoners bij kunnen gebruiken. ‘We komen er samen wel uit’, verwacht Jos. ‘Zoals het motto luidt: samen zijn we duurzaam.’
